Een treffend beeld van een vrouw, starend over het water van de Maas, markeert sinds 2023 een plek van herinnering in Rotterdam. Het Razzia Monument aan de Parkkade is een stil eerbetoon aan de tienduizenden mannen die in november 1944 uit de stad werden weggevoerd. Maar het monument staat nadrukkelijk ook symbool voor de velen die achterbleven, ontwricht raakten of onderdoken. In een uitgebreid gesprek vertelt Jan Willem Cleijpool over het ontstaan van het monument en over de betekenis ervan voor heden en toekomst.
Het initiatief dat hij samen met René Versluis heeft opgezet, begon bij hun persoonlijke geschiedenis. Cleijpool deed jarenlang onderzoek naar wat zijn vader tijdens de oorlog had meegemaakt.
“Hij is op 11 november 1944 opgepakt in Blijdorp en uiteindelijk als dwangarbeider in Neurenberg terechtgekomen,” vertelt hij. “Mijn vader vertelde daar nooit over. Dat was destijds heel gebruikelijk – het werd simpelweg verzwegen.” Pas toen Cleijpool zelf contact kreeg met het stadsarchief van Neurenberg en betrokken raakte bij een herdenkingsmonument voor dwangarbeiders daar, groeide het besef dat zijn vaders verhaal geen uitzondering was.

Samen met René Versluis, eveneens geraakt door de geschiedenis van de razzia, richtte hij de Stichting Razzia Monument op. De stichting stelde zich tot doel een monument op te richten dat niet alleen de 50.000 gedeporteerde mannen zou herdenken, maar ook de bredere impact zichtbaar zou maken. “We kwamen erachter dat je niet alleen recht doet aan de slachtoffers door arbeiders met bielzen of pikhouwelen uit te beelden,” zegt Cleijpool. “Het gaat om iedereen die slachtoffer was: de mannen zelf, hun gezinnen, onderduikers, mensen die onderduikers hielpen.”
De razzia leidde tot een diepe ontwrichting. “Het begrip ‘cruciale beroepen’ bestond toen niet. Als je tussen de 17 en 40 jaar was, moest je mee. Of je nou dokter was, dominee of loodgieter – dat maakte niets uit,” aldus Cleijpool. “Je haalde in één klap een hele beroepsbevolking weg, en daarmee viel de stad stil.” Ook voor onderduikers had dit gevolgen. “Ze bestonden officieel niet meer, dus kon je geen bonkaarten voor ze aanvragen. Dat maakte het voor degenen die hen hielpen nog ingewikkelder.”
Het monument is ontworpen door kunstenaar Anne Wenzel. Twee figuren, ooit één, zijn met een mes van elkaar losgesneden. “Ze verbeelden de plotselinge scheiding van twee mensen die van elkaar houden,” zegt Cleijpool. “Die abrupte breuk, zonder te weten waar de ander naartoe is, raakt de kern van wat de razzia deed met gezinnen.” Het snijvlak is diep oranje.

De locatie aan de Parkkade werd bewust gekozen. “We dachten eerst aan een van de 11 verzamelplaatsen, maar als je er daarvan één kiest, doe je de anderen tekort,” legt Cleijpool uit. “Deze plek hier aan de Maas ligt centraal in het totale gebied waar de razzia plaatsvond, en bovendien kwamen veel mannen hier via de Parkhaven uiteindelijk weer terug.” Hij wijst naar de vrouw op het beeld. “Ze kijkt uit over het water. Misschien wacht ze op iemand die nooit meer komt. Misschien vraagt ze zich af: Waar is hij gebleven?”
Toch duurde het decennia voordat de aandacht voor de razzia en de gevolgen daarvan er kwam. Cleijpool zoekt naar verklaringen. “De mannen die terugkwamen, zwegen. En de achterblijvers hadden de hongerwinter meegemaakt. Er was weinig ruimte voor verhalen van dwangarbeid. Bovendien kregen vrouwen na de oorlog te horen dat ze hun man beter niet te veel moesten bevragen – het was tijd voor wederopbouw.” Dat collectieve zwijgen leidde tot vergetelheid. “Het is bizar: met ruim 50.000 mannen afgevoerd en honderdduizenden die geraakt zijn, was er decennialang geen enkele zichtbare herinnering in de stad,” zegt hij. “Toen ik tijdens de voorbereidingen bij het CBK (het Centrum Beeldende Kunst van Rotterdam) kwam en daar een boekje opensloeg, las ik: ‘De razzia is het zwarte gat in de Rotterdamse oorlogsgeschiedenis.’”
De weg naar realisatie kende hindernissen, zeker door de coronapandemie. “We stonden hier met mondkapjes en een kartonnen bekertje koffie buiten in de winterse kou gesprekken te voeren,” herinnert Cleijpool zich. Maar de steun vanuit de stad was groot. Na de onthulling werd de jaarlijkse herdenking – voorheen een besloten bijeenkomst – openbaar. “De eerste keren kwamen er een paar honderd mensen. Nu worden het er steeds meer.”
Naast het monument richt de stichting zich op educatie. De stichting ziet het als haar verantwoordelijkheid om de herinnering aan de razzia levend te houden en door te geven aan volgende generaties. Dat gebeurt niet alleen door middel van herdenkingen en educatie, maar ook door actief verhalen en materiaal te verzamelen die verbonden zijn aan de gebeurtenissen van november 1944. “We krijgen regelmatig contact met mensen die nog oude documenten, dagboeken of brieven van hun vader of grootvader terugvinden,” vertelt Cleijpool. “Soms zijn het losse aantekeningen, soms zelfs kleine archieven. Die informatie is ontzettend waardevol.” Ook mondelinge overleveringen worden zoveel mogelijk vastgelegd, vooral van de weinige overlevenden die nog kunnen getuigen van wat zij meemaakten.
Familieleden melden zich ook met vragen, in de hoop meer te weten te komen over het lot van hun naasten. “We brengen regelmatig mensen met elkaar in contact die ontdekken dat hun vaders samen in een kamp zaten of op dezelfde transportlijst stonden,” legt Cleijpool uit. Die spontane netwerken dragen bij aan de reconstructie van een collectieve geschiedenis die lange tijd onderbelicht bleef.
De stichting werkt intensief samen met het Stadsarchief Rotterdam, waar originele documenten en materiaal zorgvuldig worden opgeslagen en ontsloten. Ook met Museum 40-45 in Rotterdam is een samenwerking opgezet om inhoudelijke verdieping te bieden en het verhaal op meerdere manieren te delen. “Samen zoeken we naar manieren om dit gedachtegoed te borgen, zodat het niet verloren gaat als de laatste directe getuigen er straks niet meer zijn,” aldus Cleijpool.
Wat hoopt Cleijpool dat mensen meenemen na een bezoek? Hij denkt even na. “Erkenning. voor wat hun ouders of grootouders is overkomen. En besef. Dat oorlog gevolgen heeft voor generaties. En dat we daar niet achteloos aan voorbij kunnen gaan.”
Wie meer wil weten over het monument of de stichting kan terecht op de website van het Razzia Monument. Daar is ook de mogelijkheid om zich aan te melden voor de nieuwsbrief of een donatie te doen ter ondersteuning van toekomstige projecten.
Foto: Jan Willem Cleijpool bij het Razzia Monument