In 2030 heeft iedereen in Nederland een thuis. Die ambitie staat in het ‘Nationaal Actieplan Dakloosheid’ uit 2022. De gemeenten hebben zich verbonden aan deze doelstelling van de Rijksoverheid. De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) hebben daarom aan het CBS gevraagd het aantal dakloze mensen per regio in kaart te brengen. Het resultaat hiervan is de Monitor Dakloosheid met data over 2022 en 2023 voor het onderdeel maatschappelijke opvang.
Voor het eerst is deze maand een monitor verschenen met het aantal dakloze mensen per regio dat geregistreerd staat bij een maatschappelijke opvanglocatie. Zij zijn uitgesplitst naar persoonskenmerken zoals leeftijd, geslacht, nationaliteit, voornaamste inkomstenbron en zorggebruik.
De VNG en het ministerie van VWS hebben het initiatief genomen tot de Monitor Dakloosheid. Jaarlijks zal een nieuwe versie uitkomen. Met deze cijfers geeft het CBS voor het eerst ook een regionaal beeld van het aantal dakloze mensen in maatschappelijke opvanglocaties, naast de al bestaande landelijke cijfers over meerdere vormen van dakloosheid.
Ruim honderd partijen is gevraagd om data aan te leveren voor de Monitor. Allereerst werd dit verzocht aan de organisaties voor maatschappelijke opvang, zoals het Leger des Heils. En ten tweede zijn 44 zogeheten centrumgemeenten benaderd: gemeenten die de aanpak van dakloosheid coördineren voor alle gemeenten in hun regio.
Sinds 2009 houdt het CBS cijfers bij over dakloze mensen. Het CBS heeft de nieuwe identificerende gegevens van dakloze mensen, na pseudonimisatie, gekoppeld aan andere data. Daardoor weten regio’s nu welk geslacht en welke leeftijd en nationaliteit dakloze mensen in de opvang hebben. En ook wat hun voornaamste inkomstenbron is en van welke zorg zij gebruikmaken.