Tijdens de landelijke Woontop, georganiseerd door het ministerie van VROM, hebben diverse partijen afspraken gemaakt om de woningbouw in Nederland te versnellen. Het doel is om jaarlijks 100.000 nieuwe woningen te realiseren tot 2030. Binnen dit plan is extra aandacht voor woningen die geschikt zijn voor ouderen, met een ambitie om er 288.000 te bouwen binnen hetzelfde tijdsbestek. Branchevereniging van zorgorganisaties ActiZ, spreekt haar steun uit voor deze plannen en benadrukt specifieke aandachtspunten die van belang zijn voor de leefbaarheid en zorgbehoeften van ouderen.
ActiZ, vertegenwoordigd door bestuursvoorzitter Anneke Westerlaken, benadrukt dat het niet alleen gaat om het neerzetten van stenen, maar ook om het opbouwen van gemeenschappen. Het creëren van gemengde wooncomplexen met toegankelijke openbare ruimtes kan bijdragen aan de samenredzaamheid en maatschappelijke cohesie, aldus Westerlaken. Ze pleit ervoor dat zorgorganisaties en zorgkantoren een actieve rol krijgen in deze ontwikkelingen. Verder stelt ActiZ vragen over de samenhang met andere beleidsplannen, zoals de bouw van verzorgingshuizen en het Hoofdlijnenakkoord Ouderenzorg dat momenteel in ontwikkeling is.
De urgentie voor meer en beter passende woonvormen voor ouderen is groot. Door de vergrijzing neemt de druk op de verpleeghuiszorg toe, wat leidt tot langere wachtlijsten. Tegelijkertijd kiezen steeds meer ouderen ervoor om langer zelfstandig thuis te blijven wonen, wat de vraag naar nieuwe woonvormen tussen thuis en het verpleeghuis vergroot. Deze vormen van wonen moeten niet alleen functioneel, maar ook sociaal ondersteunend zijn, om de uitdagingen van een ouder wordende samenleving aan te pakken.
De Woontop heeft naast ActiZ ook steun gekregen van andere betrokken partijen zoals de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), Aedes en Bouwend Nederland. Samen streven zij naar een gezamenlijke aanpak die niet alleen de bouw van woningen versnelt, maar ook rekening houdt met de sociale en maatschappelijke aspecten van wonen. Deze brede samenwerking moet ervoor zorgen dat Nederland beter voorbereid is op de toekomstige woon- en zorgbehoeften.