De Nederlandse regering heeft aangekondigd vanaf januari 2025 één miljard euro te bezuinigen op het hoger onderwijs, te beginnen met een vermindering van 215 miljoen euro op startersbeurzen. Annelien Bredenoord, voorzitter van het College van Bestuur van de Erasmus Universiteit Rotterdam, uitte haar zorgen over deze ontwikkeling in interviews met BNR Radio en De Nieuws BV.
Bredenoord benadrukt dat deze bezuinigingen niet alleen de universiteiten en hun studenten treffen, maar de gehele Nederlandse samenleving. Ze wijst op de tegenstrijdigheid in het regeringsbeleid: hoewel het regeerakkoord meer dan 80 keer verwijst naar het oplossen van problemen door middel van innovatie, wordt er tegelijkertijd bezuinigd op onderwijs en wetenschap, de pijlers van innovatie.
Universiteiten spelen een cruciale rol in onderzoek naar actuele thema's zoals de wooncrisis, veiligheid, criminaliteit, klimaatverandering, democratie en polarisatie. Bezuinigingen op deze instellingen kunnen de voortgang in deze gebieden ernstig belemmeren.
Een direct gevolg van de bezuinigingen is het schrappen van starters- en stimuleringsbeurzen per 1 januari 2025. Deze beurzen waren bedoeld voor jonge, talentvolle wetenschappers en werden pas anderhalf jaar geleden geïntroduceerd. Universiteiten hebben op basis hiervan langlopende verplichtingen aangegaan, zoals het aanbieden van vaste contracten en het opzetten van onderzoeksprogramma's. Het plotseling stopzetten van deze financiering brengt deze initiatieven in gevaar.
Investeren in onderwijs en wetenschap levert op de lange termijn economische voordelen op. Volgens Bredenoord betaalt elke euro die in onderwijs wordt geïnvesteerd zich 2,5 keer terug. Bezuinigingen kunnen daarentegen leiden tot een 'braindrain', waarbij talentvolle wetenschappers naar het buitenland vertrekken, wat de Nederlandse kenniseconomie verzwakt.
De aangekondigde bezuinigingen kunnen resulteren in een vermindering van 10 tot 15 procent van de totale begroting van universiteiten. Dit komt door een opeenstapeling van ongunstige maatregelen, wat grote gevolgen heeft voor vak- en kennisgebieden. Op korte termijn kunnen deze bezuinigingen leiden tot het verdwijnen van bepaalde disciplines en een afname van de kwaliteit van het onderwijs.
Bredenoord roept de regering op om de bezuinigingen te heroverwegen en in plaats daarvan te investeren in onderwijs en wetenschap. Ze benadrukt dat een sterke kenniseconomie essentieel is voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken en het waarborgen van de toekomstige welvaart van Nederland.