Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft nieuwe gegevens gepubliceerd over mensen die uitstromen uit instellingen voor beschermd wonen. In 2022 verlieten 3.200 personen een Wmo-instelling na een verblijf van drie maanden of langer. Van deze groep verhuisde ruim twee derde (67 procent) naar een corporatiewoning. Een kleiner deel ging naar een private huurwoning (21 procent) of een koopwoning (7 procent). Na vertrek uit de instelling woonde 66 procent alleen. Ruim een vijfde (22 procent) woonde samen met anderen, en 12 procent keerde terug naar een zorg- of forensische instelling.
65 procent was man. Wat leeftijd betreft was 52 procent jonger dan 27 jaar, 46 procent tussen de 27 en 65 jaar, en slechts 2 procent was 65 jaar of ouder. Het onderzoek keek specifiek naar de 15.500 mensen die in 2022 verbleven in instellingen voor beschermd wonen, gefinancierd vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Van deze groep verliet 23 procent de instelling gedurende het jaar.
Opvallend is de geografische spreiding van uitstromers. De gemeente Groningen had het hoogste aandeel met 68 uitstromers per 100.000 inwoners. In de regio Rotterdam vertoont het beeld van uitstroom uit beschermd wonen specifieke kenmerken. De gemeente Rotterdam telde 40 uitstromers per 100.000 inwoners, wat gemiddeld is binnen de landelijke context. Omliggende gemeenten zoals Capelle aan den IJssel (16 per 100.000), Ridderkerk (11 per 100.000) en Schiedam (20 per 100.000) laten vergelijkbare cijfers zien. Opvallend zijn ook gemeenten als Albrandswaard en Vlaardingen, beide met 19 uitstromers per 100.000 inwoners. Deze regionale gegevens maken deel uit van de landelijke trend waarbij mensen na een periode van beschermd wonen uitstromen naar zelfstandige woningen, voornamelijk corporatiewoningen. De cijfers suggereren dat de Rotterdamse regio een representatief beeld laat zien van de landelijke ontwikkelingen rond beschermd wonen en doorstroming naar zelfstandige huisvesting.
Mensen die na langdurig verblijf geen woonruimte hebben, kunnen in aanmerking komen voor een urgentieverklaring voor sociale huurwoningen. De cijfers geven inzicht in de dynamiek van beschermd wonen en de woonsituatie van kwetsbare groepen in Nederland. Ze tonen hoe instituties werken aan re-integratie en zelfstandigheid van mensen die tijdelijk ondersteuning nodig hadden.