Naar aanleiding van een onafhankelijk onderzoek naar wangedrag bij het Rotterdamse basisteam-centrum, blijkt dat seksisme, racisme en buitensporig geweld grote problemen waren binnen het team. Vooral tijdens uitgaansnachten greep de politie vaak snel naar geweld, mede door de agressieve sfeer die agenten als 'oorlogsgebied' beschreven. Het onderzoek werd gestart na klachten over grensoverschrijdend gedrag binnen het korps.
Volgens het AD gaat de politie voortaan bodycams inzetten om het gedrag van agenten beter te monitoren. Agenten in het Rotterdamse centrum zullen altijd een bodycam dragen, wat onderdeel is van de maatregelen die zijn genomen na de onthullingen van het onderzoek. Deze stap moet niet alleen helpen bij het registreren van politieoptredens, maar ook bijdragen aan het vergroten van transparantie en vertrouwen binnen de gemeenschap.
De plaatsvervangend korpschef en Chief Diversity Officer, Liesbeth Huyzer, gaf aan dat deze misstanden haar diep raken. Ze benadrukt dat het politieapparaat al langer werkt aan een bredere aanpak van grensoverschrijdend gedrag en dat er nu geen ruimte meer is voor het negeren van problemen. Volgens Huyzer ligt de focus op het verbeteren van de cultuur binnen het korps door open communicatie te bevorderen, leiderschap te versterken en een veilige werkomgeving te creëren voor alle medewerkers.
Het onderzoek bracht niet alleen structureel grensoverschrijdend gedrag aan het licht, maar ook dat er een gebrek was aan snelle communicatie met het publiek over de problemen. De korpsleiding erkent dat er voortaan sneller naar buiten moet worden getreden met informatie, om openheid en transparantie te waarborgen. Ondanks de maatregelen die al zijn genomen, vertrokken twee betrokken teamchefs als gevolg van de bevindingen. Huyzer onderstreept dat dit vertrek nodig was voor het verdere proces van verandering, maar benadrukt dat hiermee de problemen niet automatisch opgelost zijn. De structurele aanpak moet verder worden uitgerold, en er wordt gewerkt aan een diepgaande hervorming van de werkomgeving en cultuur binnen het basisteam.
Het incident in Rotterdam staat volgens de politie niet op zichzelf, maar is representatief voor bredere patronen die binnen meer basisteams in het land aanwezig zijn. Daarom is het belangrijk dat deze problematiek grondig wordt aangepakt en de cultuur binnen het hele korps verbetert. De politie heeft daarnaast ook een landelijke aanpak ontwikkeld om incidenten van uitsluiting, discriminatie en racisme (UDR) op te sporen en gericht op te treden tegen deze misstanden. Dit werkt naast het programma "Politie voor Iedereen", dat gericht is op een structurele verbetering van inclusie en veiligheid binnen de organisatie.
De impact van deze gebeurtenissen is groot, zowel binnen als buiten de politie. Volgens Huyzer zijn veel collega's geschokt, verdrietig en voelen ze schaamte over de onthullingen. Dit geldt vooral voor de Eenheid Rotterdam, maar het raakt ook de rest van de politieorganisatie. Het netwerk Divers Vakmanschap (NDV) speelt een belangrijke rol in het ondersteunen van collega's en het bieden van inzichten vanuit hun eigen ervaringen en achtergronden. Hun expertise wordt nu meer benut om het proces van verandering te begeleiden.
Ondanks de vele uitdagingen blijft Huyzer optimistisch over de toekomst. Ze gelooft dat deze openlijke confrontaties met grensoverschrijdend gedrag en discriminatie juist laten zien dat de politie werkt aan verandering en verbetering. Het blootleggen van deze misstanden is een noodzakelijke stap om tot een betere organisatie te komen, waarin veiligheid en inclusie vooropstaan.