Van appels tot paprika’s, en van rozen tot aardappelen. De meeste gewassen zijn kwetsbaar voor insecten, schimmels en andere schadelijke organismen. Daarom gebruiken land- en tuinbouwbedrijven middelen om hun gewassen te beschermen. Sommige ondernemers zetten biologische bestrijders in. Het CBS houdt onder bedrijven regelmatig het onderzoek gewasbescherming. Daarmee ontstaat een actueel overzicht van de middelen en de hoeveelheid waarmee telers de gewassen beschermen. Ongeveer 8.000 land- en tuinbouwbedrijven gaan vanaf 26 november aanstaande informatie aanleveren.
Rob Vijftigschild is statistisch onderzoeker bestrijdingsmiddelen bij het CBS. Hij zegt: ‘’Nederland en Europa willen het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen duurzamer maken. Het is belangrijk dat in de maatschappij en politiek discussies kunnen worden gevoerd op basis van actuele en objectieve gegevens. Het onderzoek maakt dit mogelijk.’
Ook de ondernemers kunnen baat hebben bij de informatie. CBS-communicatieadviseur Margreet Geurden-Slis: ‘’Je ziet bijvoorbeeld wat het gemiddelde gebruik is voor een gewas dat jij teelt. Dat kan verhelderend zijn. Stel, jij verbouwt wintertarwe en beschermt het op een bepaalde wijze. Hoe en met welke hoeveelheid middelen beschermt de rest van de branche wintertarwe? In 2025 publiceert het CBS de resultaten.’’
De land- en tuinbouwsector omvat veel bedrijfsvormen en gewassen. Akkerbouw levert onder meer maïs en gerst op. Het onderdeel ‘groenten open grond’ levert aardbeien. In de fruitteelt draait het bijvoorbeeld om appels en peren. Vijftigschild: ‘’Het onderzoek zoomt in op 44 gewassen. Welke middelen hebben telers in 2024 gebruikt om deze te beschermen tegen bijvoorbeeld een schimmel, bacterie of virus? De middelen kunnen chemisch of microbiologisch zijn; ze staan allemaal op merknaam in de vragenlijst. Negen gewassen worden alleen geteeld in de tuinbouw onder glas. Hier vragen we ook naar de inzet van ingekochte biologische bestrijders. Denk aan sluipwespen tegen bladluis. Het gebruik van middelen wordt gepubliceerd naar het aantal kilo werkzame stof. Werkzame stof is het onderdeel van het middel dat daadwerkelijk een beschermend effect heeft.’’
De 44 gewassen worden geteeld door ongeveer 34 000 land- en tuinbouwbedrijven. Een kwart van de bedrijven gaat de online vragenlijst invullen. Het CBS schrijft deze telers aan na een steekproef. Vijftigschild: ‘’Plusminus 8 000 deelnemers is voldoende om een goed beeld te krijgen. 26 000 bedrijven hoeven dus niets te doen, terwijl we toch voldoende statistische kwaliteit krijgen.’ Voor het ene gewas gaan relatief meer telers aan het onderzoek meedoen dan voor het andere. Vijftigschild: ‘Dat heeft te maken met het aantal telers van een gewas. Neem snijmaïs. Veel landbouwers telen dit. Voor een goed beeld is het hier niet nodig één op de vier telers te benaderen. Bij de telers van een gewas als gerbera is het andersom, want een beperkt aantal Nederlandse bedrijven teelt deze bloem.’’