Alleenwonenden met dementie kampen vaker met eenzaamheid en ervaren minder begrip en ondersteuning vanuit hun omgeving dan degenen die samenwonen. Dit blijkt uit een vandaag gepubliceerd rapport van de Dementiemonitor van Alzheimer Nederland en Nivel. De grootschalige enquête werd ingevuld door meer dan 1000 mensen met dementie.
Uit het onderzoek komt naar voren dat mensen met dementie die alleen wonen zich minder vaak een gewaardeerd lid van de samenleving voelen. Alzheimer Nederland noemt dit een schrijnend signaal. De organisatie roept beleidsmakers en gemeenten op te investeren in dementievriendelijke buurten en ontmoetingsplekken.
Er zijn momenteel naar schatting 100.000 alleenwonende mensen met dementie in Nederland. Deze groep neemt snel toe door de vergrijzing en het groeiende aantal eenpersoonshuishoudens. Begrip en sociale contacten zijn juist voor deze groep extra belangrijk om thuis beter vol te kunnen houden.
Van de thuiswonende mensen met dementie geven alleenwonenden de kwaliteit van hun sociale leven het laagste cijfer (gemiddeld 6,5). Ruim een derde (35 procent) ontmoet niet minimaal één keer per week andere mensen. Ook maken alleenwonenden minder gebruik van dagactiviteiten dan mensen die samenwonen.
"Het risico dat je in een isolement raakt als je dementie hebt en alleen woont ligt op de loer," zegt Gerjoke Wilmink, directeur van Alzheimer Nederland. "In een samenleving waarin het aantal mensen met dementie hard groeit en het aantal zorgprofessionals en mantelzorgers niet meegroeit, zijn dementievriendelijke buurten een urgente voorwaarde."
Uit de monitor blijkt ook dat alleenwonenden minder vaak een casemanager dementie hebben, terwijl juist een casemanager bijdraagt aan een betere kwaliteit van leven. De casemanager kent het netwerk en kan zorgen voor de nodige ondersteuning en activiteiten in de buurt.