In het Erasmus MC is een nieuw onderzoekslaboratorium geopend dat zich richt op het bestuderen van artrose. Wetenschappers van het Erasmus MC en ingenieurs van de TU Delft gaan in het zogenoemde MOBI-lab samen onderzoeken hoe gewrichten worden belast en op welke manier dit leidt tot artrose. Het doel van dit onderzoek is om patiënten uiteindelijk minstens vijf extra gezonde jaren te geven.
Het aantal Nederlanders dat lijdt aan artrose is momenteel ongeveer 1,5 miljoen, en dat aantal dreigt tegen 2040 op te lopen tot 2,3 miljoen. Sita Bierma, hoogleraar artrose aan het Erasmus MC, benadrukt de uitdaging van een vaak late diagnose bij deze aandoening, wat leidt tot vertraging in behandelingen en soms zelfs tot vrij algemene oplossingen zoals pijnbestrijding. In ernstige gevallen is een knieprothese nodig. Bierma legt uit dat het nieuwe onderzoek erop gericht is om al in een vroeg stadium te achterhalen welke krachten in het gewricht bijdragen aan de ontwikkeling van artrose, zodat gerichtere en eerdere behandelingen mogelijk worden.
In het MOBI-lab lopen proefpersonen met artrose op een speciale loopband die de krachtpunten van hun voeten meet. Tegelijkertijd wordt met een dynamische röntgenopname het kniegewricht in beeld gebracht, terwijl tien camera’s de beweging van kleine markeringen op de knie vastleggen. Deze techniek, motion capture, is ook bekend uit de game-industrie. Door de combinatie van deze technologieën kunnen de wetenschappers zeer nauwkeurig de belasting op het kraakbeen analyseren. Jaap Harlaar, hoogleraar Klinische Biomechanica aan de TU Delft, geeft aan dat dit soort gedetailleerde onderzoeken nergens anders ter wereld mogelijk zijn zonder de samenwerking tussen verschillende expertises.
Ook Edwin Oei, hoogleraar musculoskeletale beeldvorming aan het Erasmus MC, benadrukt het belang van deze samenwerking. Volgens hem levert het lab voor het eerst een volledig beeld op van verstoringen in het kraakbeen, waardoor schade aan gewrichten en afwijkingen in kraakbeenkwaliteit in een vroeger stadium kunnen worden opgespoord en behandeld, zelfs voordat er slijtage optreedt.
Artrose veroorzaakt voor veel patiënten pijn en stijfheid, en vaak wordt pas ingegrepen met een operatie als de pijn ondragelijk is geworden. Oei stelt dat de onderzoeksresultaten uiteindelijk moeten leiden tot behandelingen die de levenskwaliteit van patiënten verbeteren en de tijd tot een eventuele operatie aanzienlijk kunnen verlengen.
Het MOBI-lab is een van de eerste voorzieningen binnen de bredere samenwerking tussen het Erasmus MC, de TU Delft en de Erasmus Universiteit Rotterdam, onder de naam Convergence Health & Technology. Deze samenwerking, ontstaan uit het Medical Delta-initiatief, is bedoeld om zorguitdagingen zoals vergrijzing en toenemende kosten het hoofd te bieden. Ingenieurs en artsen werken nauw samen om sneller innovatieve oplossingen te ontwikkelen en deze uiteindelijk ook breder toe te passen, bijvoorbeeld door de betrokkenheid van streekziekenhuizen. Dit moet ervoor zorgen dat nieuwe technieken en behandelingen eerder beschikbaar komen voor patiënten.
Foto: Jaap Harlaar (l) en Edwin Oei (r) in het MOBI-lab