Specialist ouderengeneeskunde en filosoof Bert Keizer (77) hielp vorig jaar vijftien mensen met euthanasie bij het Expertisecentrum Euthanasie. In een interview met Het Parool vertelt hij over zijn ervaringen met euthanasie, waarbij hij zich vooral bezighoudt met complexe gevallen zoals bij mensen met dementie.
Na dertig jaar werkzaam te zijn geweest in Amsterdamse verpleeghuizen, waaronder het Flevohuis in Oost, blijft Keizer actief bij het verlenen van euthanasie. Hij constateert dat vooral de timing bij dementie een uitdaging vormt. "Mensen hebben geen idee waar ze staan in de ziekte," zegt hij in de krant. Volgens Keizer belanden patiënten, ondanks een eerder uitgesproken euthanasiewens, vaak alsnog in een verpleeghuis omdat ze in een later stadium hun wens niet meer kunnen uiten.
De ervaren arts, die veertien boeken en talrijke essays en columns op zijn naam heeft staan, benadrukt dat mensen niet zozeer bang zijn voor de dood zelf, maar vooral voor pijn en lijden. "Sterven is gewoon in slaap vallen. We sterven elke avond," stelt hij. Wel worstelt hij zelf met de gedachte dat hij bepaalde momenten in het leven van zijn kinderen niet zal meemaken.
Met zijn jarenlange ervaring kan Keizer nu meestal snel inschatten of een euthanasieverzoek gehonoreerd kan worden. "Als ik na het doornemen van het dossier bij iemand op bezoek ga, weet ik meestal na tien minuten wat we gaan doen, zonder de zorgvuldigheid uit het oog te verliezen," vertelt hij aan Het Parool. Deze duidelijkheid zorgt volgens hem vaak voor opluchting bij de patiënt.