Goed sterven betekent: het ontkomen aan het gevaar van slecht leven,’ schreef de stoïcijnse filosoof Seneca (4 v.Chr.-65 n.Chr.) over de dood.
Toen hij nog werkzaam was als levenseindeconsulent ontving filosoof en schrijver Ton Vink dit citaat van de vrouw van een van zijn cliënten. In het bericht deed ze verslag van de avond waarop haar man uit het leven was gestapt om de gevorderde dementie die hem boven het hoofd hing voor te zijn. In plaats van te vervallen in een bestaan dat hem vreemd zou worden, koos hij – met Vinks begeleiding – voor een bewuste, serene aftocht.
De woorden van Seneca waar zijn vrouw zich mee troostte raken aan wat euthanasie volgens Vink hoort te zijn: een goede dood (in het Oudgrieks: eu thanatos).
In het boek ‘Over de grens van het leven. Ethiek, rechten en plichten in het euthanasiedebat’ bespreekt Vink – lezen we op Filosofie.nl - de morele afwegingen die het zelfgekozen levenseinde oproept. Een goede dood hangt volgens Vink niet alleen af van het sterven zelf, dat uiteraard met de juiste middelen en op een humane manier moet gebeuren.
‘’Goed sterven is een proces dat zich ook voor en na de dood afspeelt. Het is belangrijk dat mensen bereid zijn het gesprek erover aan te gaan. Mijn bestaan is verweven geraakt met dat van de mensen om mij heen. Als ik uit het leven stap, beëindig ik ook iets van hun leven. Naasten worden nabestaanden, en dat is een heel andere rol waarmee iedereen verder moet kunnen.’’
‘Over de grens van het leven. Ethiek, rechten en plichten in het euthanasiedebat’
Ton Vink
Damon
208 blz.
€ 24,90