Uit onderzoek blijkt dat een op de vijf horecaondernemers met een avondvergunning gebruikmaakt van het zogenaamde 'uurtje langer'. Deze regeling, die meer flexibiliteit in openingstijden biedt, wordt door 90% van de gebruikers als positief ervaren. Ondernemers prijzen de maatregel als een effectief instrument dat extra omzet genereert en bijdraagt aan de levendigheid in de stad. Toch roept de regeling ook vragen op over de impact op de leefbaarheid van direct omwonenden.
Er zijn 1036 horecaondernemers uitgenodigd om mee te doen met het onderzoek. Uiteindelijk deden er 158 mee. Volgens de onderzoekers is het ondanks de lage respons wel een representatief onderzoek.
In een aantal horecagebieden, zoals de Oude Haven en Witte de Withstraat, zijn er aanwijzingen dat de invoering van het 'uurtje langer' de openbare orde en veiligheid onder druk zet. Dit blijkt uit een lichte toename van meldingen van overlast en verschuivingen in het tijdstip waarop incidenten plaatsvinden. Gemiddeld gaat het echter om een minimale stijging van één tot twee meldingen per maand, wat de impact beperkt houdt. In sommige gebieden, zoals Witte de With en Meent/Rodezand, verschuiven meldingen naar later in de nacht. De aantallen zijn echter klein en onvoldoende om harde conclusies te trekken.
Belangrijk is het voorbehoud dat een eventuele toename van overlast niet per se het gevolg is van de gewijzigde sluitingstijden. Andere factoren, zoals incidentele evenementen of het gebruik van verlaatjes door horecazaken, kunnen ook een rol spelen. Bovendien worden niet alle vormen van overlast gemeld, wat kan leiden tot een onderschatting van het probleem.
In gebieden waar een mogelijke negatieve impact is vastgesteld, wijzen registraties van horecastewards op een verband met het 'uurtje langer'. Het blijft echter lastig om de precieze invloed op de leefbaarheid van omwonenden te meten. Voor meer duidelijkheid hierover wordt aanbevolen om aanvullend onderzoek te doen, zoals enquêtes onder bewoners in specifieke buurten of horecagebieden.
Hoewel de regeling overwegend positief wordt beoordeeld door ondernemers en lijkt bij te dragen aan de stedelijke dynamiek, is verdere monitoring nodig om de balans tussen economische voordelen en de leefbaarheid van omwonenden te waarborgen.