Van de 10 procent meest vermogende huishoudens in Nederland is 40 procent gepensioneerd, zo blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS. Deze groep, die minimaal 680 duizend euro vermogen bezit, heeft een significant aandeel in de totale vermogensverdeling van Nederland, die begin 2023 ruim 2,6 biljoen euro bedroeg.
In de top 1 procent van vermogendste huishoudens is ongeveer een derde gepensioneerd. Deze groep heeft samen met zelfstandigen, die de helft van deze top uitmaken, het grootste aandeel in het Nederlandse vermogen. De gepensioneerden in deze groep dragen bij aan de 23 procent van het totale vermogen dat in handen is van de rijkste 1 procent.
Het vermogen van deze gepensioneerden bestaat niet alleen uit een eigen woning, wat voor de meeste Nederlanders het belangrijkste vermogensbestanddeel is. Bij de top 10 procent vermogendste huishoudens, waar veel gepensioneerden toe behoren, bestaat 30 procent van het bezit uit aanmerkelijk belang. In de top 1 procent loopt dit op tot 54 procent.
De vermogenspositie van gepensioneerden contrasteert sterk met die van andere groepen. Waar gepensioneerden sterk vertegenwoordigd zijn in de hoogste vermogensgroepen, bestaat de laagste vermogensgroep voornamelijk uit werknemers (69 procent) en zelfstandigen (10 procent). Deze groep heeft gezamenlijk een negatief vermogen van 38 miljard euro.
De aanwezigheid van gepensioneerden neemt toe naarmate het vermogen stijgt. In de middelste vermogensgroepen zijn vooral werknemers te vinden, maar vanaf de zevende vermogensgroep stijgt het aandeel gepensioneerden significant, om uiteindelijk 40 procent van de top 10 procent uit te maken.