Steeds meer gemeenten in Nederland zetten zich actief in voor valpreventie bij ouderen. Dit blijkt uit de nieuwste Monitor Valpreventie van het RIVM, waarin de voortgang van de ketenaanpak Valpreventie wordt beschreven. Deze aanpak, gestart in 2023, heeft als doel het aantal valincidenten onder thuiswonende ouderen te verminderen. Jaarlijks belanden ruim 110.000 ouderen op de Spoedeisende Hulp na een val, met ingrijpende persoonlijke en financiële gevolgen.
De ketenaanpak Valpreventie richt zich op vier stappen: het signaleren van risicogroepen, het analyseren van factoren die bijdragen aan valgevaar, deelname aan valpreventieprogramma’s en het stimuleren van structureel bewegen en sporten. Uit de monitor blijkt dat 271 gemeenten zijn gestart met de implementatie van deze aanpak. In 265 gemeenten krijgen ouderen met een verhoogd valrisico toegang tot erkende valpreventiecursussen, waarin zij leren hun balans en spierkracht te verbeteren.
Ondanks deze vooruitgang blijven er uitdagingen. Het ontbreekt nog aan consensus over wie verantwoordelijk is voor het beoordelen van valrisicofactoren. Huisartsen, fysiotherapeuten en ergotherapeuten spelen allemaal een rol, maar de taakverdeling is nog niet duidelijk. Dit maakt het lastig om risicogroepen efficiënt te bereiken en te ondersteunen. Daarnaast zijn de gegevens nog niet volledig genoeg om te concluderen of de nationale doelen voor valpreventie worden gehaald.
Gemeenten en zorgverzekeraars werken samen met zorg- en welzijnspartijen om kwetsbare ouderen beter in beeld te krijgen. Vooral ouderen op hoge leeftijd en met meerdere aandoeningen zijn een belangrijke doelgroep. De monitor benadrukt het belang van intensievere samenwerking en duidelijke afspraken tussen betrokken professionals om de ketenaanpak verder te versterken. Het RIVM ziet kansen om de aanpak verder uit te breiden en de impact te vergroten, zodat valpreventie een vast onderdeel wordt van het zorgbeleid voor ouderen in Nederland.