Het idee om gepensioneerden de mogelijkheid te bieden om tien procent van hun pensioenpot in één keer op te nemen, leek in 2019 een kroonjuweel van het Pensioenakkoord. De liberalen van D66 en VVD zagen het als een manier om meer keuzevrijheid te bieden aan burgers, zodat ze bijvoorbeeld een caravan konden kopen of aanpassingen in huis konden doen. Echter, vijf jaar later blijkt dit idee minder eenvoudig uitvoerbaar dan gedacht. Dit schrijft Willem Reijn in zijn pensioenblog bij ANBO-PCOB.
In eerste instantie leek het bedrag ineens, een optie om bij pensionering direct een deel van het pensioenvermogen op te nemen, een simpele toevoeging aan de bestaande mogelijkheden. Maar tijdens de uitwerking ervan bleken er tal van complicaties. De Eerste Kamer bestempelde het voorstel als onuitvoerbaar, waarna het drie jaar in een la verdween. Onlangs kwam het plan, met kleine aanpassingen, opnieuw op tafel, maar ook nu roept het veel vragen op.
Een van de grote problemen zit in de belastingheffing. Wanneer iemand het bedrag ineens aan het einde van het jaar laat uitbetalen, kan dit leiden tot een aanzienlijk hogere belastingdruk dan wanneer het aan het begin van het jaar gebeurt. De oplossing die wordt voorgesteld, is om de uitbetaling naar het volgende jaar te verschuiven. Maar als de deelnemer in de tussentijd overlijdt, krijgen nabestaanden niet het bedrag ineens, maar een lagere pensioenuitkering, wat voor communicatieproblemen kan zorgen.
Daarnaast kunnen mensen met een laag inkomen onverwachts hun huur- en zorgtoeslag verliezen door de tijdelijke stijging van hun inkomen, veroorzaakt door het bedrag ineens. Het Nibud berekende dat sommigen slechts twintig procent van het bedrag netto overhouden. Het CDA heeft daarom voorgesteld om het bedrag ineens buiten het ‘toetsingsinkomen’ te houden, waarmee het recht op toeslagen wordt bepaald. Dit voorstel brengt echter nieuwe complicaties met zich mee, vooral bij de uitvoering door de belastingdienst, die al met personeelstekorten en ICT-problemen kampt.
Daarnaast creëert de regeling ook rechtsongelijkheid. Bij de hoog-laag-constructie, waarbij gepensioneerden de eerste jaren een hoger pensioen ontvangen, geldt de regeling over meerdere jaren. Het bedrag ineens geldt daarentegen voor slechts één jaar, wat vragen oproept over gelijke behandeling.
Wat begon als een eenvoudige keuzevrijheid, heeft door de vele complicaties geleid tot een complexe situatie. Het bedrag ineens opent daarmee een ‘doos van Pandora’ aan problemen waar nog geen eenvoudige oplossing voor lijkt te zijn.