Veel mensen denken dat hun AOW-leeftijd en pensioenleeftijd hetzelfde zijn, maar dat is vaak niet het geval. Je AOW-leeftijd is de leeftijd waarop je een uitkering van de overheid krijgt, terwijl je pensioenleeftijd verwijst naar het moment waarop je het pensioen ontvangt dat je bij je werkgever(s) hebt opgebouwd.
Het verschil komt vooral doordat de AOW-leeftijd in Nederland is verhoogd en nu afhankelijk is van de levensverwachting. Voor mensen die in 2024 met pensioen willen, ligt de AOW-leeftijd bijvoorbeeld rond de 66 jaar en 4 maanden. Deze leeftijd stijgt in de toekomst verder. Je AOW-leeftijd kan dus verschillen van je pensioenleeftijd, die vaak 68 jaar is voor pensioenregelingen bij werkgevers.
Voor je werkgeverspensioen geldt dat je zelf invloed hebt op wanneer je dit laat ingaan. Je kunt het eerder ontvangen dan de standaard pensioenleeftijd van bijvoorbeeld 68 jaar, of juist later. Het vervroegen van je pensioen betekent wel dat de uitkering lager wordt omdat het bedrag over een langere periode moet worden verspreid. Stel je het pensioen uit, dan wordt de uitkering hoger omdat het over een kortere periode wordt uitbetaald.
Het is dus belangrijk om te weten dat je je AOW en je werkgeverspensioen niet altijd op hetzelfde moment ontvangt. Dit kan betekenen dat je een periode met minder inkomen zit als je AOW krijgt, maar je werkgeverspensioen nog niet. Andersom kan ook: je krijgt dan wel je pensioen, maar nog geen AOW. Het is verstandig om tijdig je opties te bekijken en eventueel een financieel adviseur in te schakelen om te bepalen wat het beste past bij jouw situatie.
Samengevat: je AOW-leeftijd wordt door de overheid bepaald en kun je niet beïnvloeden, terwijl je zelf kunt beslissen of je het werkgeverspensioen eerder of later laat ingaan. Denk daarbij goed na over de financiële gevolgen van deze keuzes.