In 2025 zullen huiseigenaren gemiddeld 4,8% meer betalen aan gemeentelijke woonlasten, wat neerkomt op een extra bedrag van ongeveer €45 per huishouden. Dit brengt de gemiddelde aanslag voor onroerendezaakbelasting (OZB), riool- en afvalstoffenheffing op bijna €1.000 per jaar. Deze gegevens komen voort uit een steekproef van Vereniging Eigen Huis onder 113 gemeenten, ongeveer een derde van het totaal.
Hoewel de gemiddelde stijging beperkt lijkt, zijn er gemeenten met forse uitschieters. Zo stijgen de woonlasten in plaatsen als Reusel-De Mierden, Barendrecht, Overbetuwe en Hillegom met 10% tot 17%, wat neerkomt op €70 tot €180 extra per huishouden.
De OZB, die een groot deel van de woonlasten bepaalt, stijgt gemiddeld met 5,1%. Deze toename hangt samen met een stijging van de gemiddelde WOZ-waarde naar ruim €400.000, een groei van 5%. Gemeenten zoals Renkum, Albrandswaard en Schiermonnikoog noteren de grootste stijgingen, met percentages van meer dan 15%. In Renkum stijgt de OZB zelfs met 39%, wat in twee jaar tijd een huiseigenaar gemiddeld €277 meer kost. Positief nieuws is er voor inwoners van Dongen, waar de OZB met 4,8% daalt, wat een besparing van €20 oplevert.
De afval- en rioolheffingen stijgen minder hard dan in 2024, met respectievelijk 5% en 4%. Deze tarieven zijn wettelijk gebonden aan kostendekkendheid, wat betekent dat gemeenten deze inkomsten niet voor andere uitgaven mogen gebruiken.
Hoewel de financiële tekorten van gemeenten in 2026, ook wel het ‘ravijnjaar’ genoemd, zorgen voor zorgen, lijkt dit nog niet door te werken in de tarieven voor 2025. Vereniging Eigen Huis blijft deze ontwikkeling scherp in de gaten houden, gezien de mogelijke gevolgen voor huiseigenaren.
De uiteindelijke cijfers voor 2025 kunnen nog wijzigen, omdat sommige tarieven nog niet definitief zijn vastgesteld. Een volledig overzicht van de woonlasten per gemeente wordt in het voorjaar van 2025 verwacht.