Steeds meer huurders maken zich zorgen over wateroverlast in hun woning. Uit een enquête van De Woonbond blijkt dat bijna de helft van de leden hiermee te maken heeft gehad. Het juridisch dienstverleningsbedrijf DAS signaleert dan ook een stijging van 11 procent in het aantal geschillen over water- en vochtoverlast in de eerste drie kwartalen van 2024 ten opzichte van vorig jaar. Veelvoorkomende problemen zijn vochtige woonkamers, water in de kelder en schimmel door optrekkend vocht. Volgens DAS dragen zowel huurders als verhuurders de verantwoordelijkheid om waterschade te beperken en eventuele gebreken snel te verhelpen.
Huurders klagen vaak bij hun verhuurder, die op zijn beurt vaak de oorzaak van de overlast wijt aan weersomstandigheden of hoge grondwaterstanden. Verhuurders hebben echter de plicht om gebreken in de woning aan te pakken. Aan de andere kant zijn huurders verplicht om waterschade direct te melden en zelf maatregelen te nemen om verdere schade te voorkomen. Zo hebben zij een zogenaamde schadebeperkingsplicht, wat betekent dat ze actief moeten bijdragen aan het verminderen van schade, bijvoorbeeld door ventileren of het verplaatsen van meubels bij wateroverlast.
Voor huurders van sociale en middenhuurwoningen kan de Huurcommissie huurverlaging toekennen als de verhuurder de problemen niet oplost. Deze regeling geldt echter niet voor huurders in de vrije sector, hoewel zij in overleg met hun verhuurder mogelijk wel advies kunnen vragen bij de Huurcommissie. Als de verhuurder blijft weigeren om actie te ondernemen, kunnen huurders juridische stappen ondernemen, waarbij de rechter of Huurcommissie een oordeel kan vellen over de ernst van de gebreken en de inspanningen van beide partijen.
DAS benadrukt dat huurders hun medewerking moeten verlenen wanneer de verhuurder herstelwerkzaamheden wil uitvoeren. Tegelijkertijd moeten verhuurders aantonen dat ze stappen ondernemen om de overlast te verminderen.