Per 2025 en 2026 veranderen de regels voor de huurtoeslag door twee nieuwe wetten die eind 2024 zijn aangenomen in de Eerste Kamer. De 'Wet vereenvoudigen huurtoeslag' en de 'Wet huurtoeslag ter verbetering van de koopkracht en vereenvoudiging van de regeling' hebben als doel de koopkracht te verbeteren en de uitvoering te vereenvoudigen.
De eerste wijzigingen gaan in 2025 in. De huurtoeslag daalt minder snel bij een stijgend inkomen. Ook wordt de berekening voor ouderen en niet-ouderen gelijkgetrokken, waardoor mensen onder de AOW-leeftijd meer toeslag ontvangen. Meerpersoonshuishoudens zonder AOW krijgen bij een huur boven de aftoppingsgrens een hogere toeslag.
Vanaf 2026 volgen meer aanpassingen. Een belangrijke verandering is dat huurders met een laag inkomen in de vrije sector of middenhuur ook recht krijgen op huurtoeslag, tot aan de sociale huurgrens. Voor jongvolwassenen vanaf 21 jaar vervalt de beperking dat zij alleen toeslag kunnen krijgen voor woningen onder de kwaliteitskortingsgrens.
De basishuur, het deel dat huurders zelf betalen, wordt in 2026 verlaagd. Dit leidt tot een verhoging van ongeveer 8 euro per maand in de toeslag. Tegelijkertijd vervalt de toeslag over subsidiabele servicekosten voor bijvoorbeeld een huismeester of gemeenschappelijke ruimtes. De huurtoeslag wordt vanaf dan alleen berekend over de kale huur.