Het kabinet heeft besloten om de regels voor hypotheekrenteaftrek te veranderen. Mensen met een hoger inkomen mogen volgend jaar meer aftrekken, maar mensen met een lager inkomen minder. Dit roept vragen op bij economen, die bang zijn dat dit de huizenprijzen nog verder zal laten stijgen. Dat is te lezen in Het Financiële Dagblad.
De hypotheekrenteaftrek is een regel waarmee je een deel van de rente die je betaalt voor je huis, kunt terugkrijgen via de belasting. Voor inkomens boven €38.441 gaat het percentage omhoog naar 37,48%. Maar voor wie minder verdient, daalt het naar 35,82%. Dit betekent dat mensen met een hoger inkomen meer voordeel krijgen dan mensen met een lager inkomen. Volgens deskundigen is dat niet eerlijk en kan het juist zorgen voor meer problemen op de woningmarkt.
Hoogleraar Raymond Gradus vindt dat deze plannen niet doorgaan. Hij zegt dat het slim zou zijn als de Eerste Kamer, die er nog over moet stemmen, dit tegenhoudt. Ook denkt hij dat dit niet past bij afspraken die Nederland met Europa heeft gemaakt. Nederland heeft namelijk beloofd om de hypotheekrenteaftrek juist minder aantrekkelijk te maken.
Voor mensen met een midden- of hoog inkomen levert de verandering maar een klein voordeel op. Zo zou iemand die €60.000 per jaar verdient en €12.000 aan rente betaalt, volgend jaar €39 minder belasting betalen. Maar als het kabinet ervoor had gekozen om voor iedereen hetzelfde percentage te houden, zou de overheid 400 miljoen euro extra hebben gekregen. Dit geld had volgens critici beter gebruikt kunnen worden voor andere belangrijke zaken.
Economen zeggen dat deze verandering ook een verkeerd signaal afgeeft. De afgelopen jaren werden de regels namelijk zo aangepast dat iedereen evenveel mocht aftrekken, ongeacht hoeveel je verdiende. Nu gaat het kabinet daar toch weer vanaf wijken. Dit kan ervoor zorgen dat huizen nog duurder worden, wat slecht nieuws is voor mensen die al moeite hebben om een huis te kopen.