Minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening lijkt een aangenomen Kamermotie naast zich neer te leggen. Zij wil geen standaard neststenen voor de huismus en gierzwaluw in woningen. Keijzer negeert daarmee het vogelvriendelijke plan om neststenen in te metselen bij nieuwbouw en grootschalige renovaties, dat op steun van de Tweede Kamer kon rekenen. Als Keijzer haar voorgenomen koers doorzet, gaat het op termijn waarschijnlijk om miljoenen minder neststenen voor soorten die op de Rode Lijst staan.
Een meerderheid van de Kamer stemde dinsdag 17 december in met de motie van GroenLinks-PvdA-Kamerlid De Hoop, waarin opgeroepen werd aan de slag te gaan met het plan voor de neststenen in het Bouwbesluit, dat groot draagvlak heeft onder bouwers en beschermers. Verblijfsvoorzieningen creëren, zoals het inbouwen van een simpele neststeen, maakt een groot verschil voor vogels zoals de huismus, die steeds lastiger een plek vinden in onze dorpen en steden. Deze oplossing lag klaar om vanaf 1 januari 2025 uitgevoerd te worden, maar wordt nu gedwarsboomd door minister Keijzer in het kader van STOER (Schrappen van Tegenstrijdige en Overbodige Regelgeving). Zij schrijft het plan af om naar eigen zeggen de woningbouw te kunnen versnellen en verkent alleen ‘verblijfsvoorzieningen voor beschermde diersoorten te gaan verplichten voor utiliteitsgebouwen, zoals scholen en kantoren’.
Echter, de gestandaardiseerde regelgeving voor het inbouwen van de neststenen zorgt juist voor versnelling van de woningbouw en tegen lagere kosten, zo geven bouwbedrijven zelf ook aan. Samen met de bouwwereld heeft Vogelbescherming daarom jarenlang naar oplossingen gezocht voor 'dubbelgebruik', plekken die werken voor zowel vogels als mensen. De neststenen zijn daar een goed voorbeeld van. Zolang de huismus en gierzwaluw geen plek krijgen om te nestelen, zitten zij in woningnood en krijgen deze soorten niet de kans zich te herstellen.
Foto huismus: Jankees Schwiebbe