Ruim 85 procent van de Nederlanders heeft concrete plannen om in 2025 op vakantie te gaan, waarbij een kwart al een reis heeft geboekt. Spanje, Thailand en Japan winnen dit jaar aan populariteit. Gemiddeld gaan Nederlanders in totaal 23 dagen op reis.
Europa blijft de belangrijkste vakantiebestemming, waar 92 procent van de Nederlandse vakantiegangers naartoe trekt. Nederland staat met 41 procent bovenaan de lijst van favoriete bestemmingen, gevolgd door Spanje (33 procent) en Duitsland (28 procent).
Azië neemt de positie over van Noord- en Midden-Amerika als meest bezochte bestemming buiten Europa. Vooral Thailand en Japan trekken meer Nederlandse bezoekers. Ook de Verenigde Staten, Brazilië en Zuid-Afrika behoren tot de populaire verre bestemmingen.
Bij de keuze voor een vakantie zijn de bestemming (76 procent), accommodatie (57 procent), budget (54 procent) en het weer (42 procent) doorslaggevend. Een kwart van de Nederlanders ervaart druk om vroeg te boeken. Vijftien procent blijft thuis vanwege financiën, persoonlijke voorkeur of gezondheidsredenen.
De stijgende prijzen hebben invloed op het reisgedrag: bijna een derde past hun vakantieplannen aan door goedkopere landen te kiezen of minder vaak op reis te gaan. De meeste Nederlanders verwachten tussen de 1.000 en 2.000 euro per persoon aan vakanties uit te geven in 2025.
Klimaatverandering speelt een rol bij de bestemmingskeuze: één op de acht Nederlanders kiest bewust voor landen met een stabieler klimaat. Voor de hoofdvakantie kiest 40 procent voor een periode van 8 tot 14 dagen, een kwart gaat twee tot drie weken weg.
Generatie Z (19-30 jaar) laat zich voor reisbestemmingen vooral inspireren door sociale media (61 procent), reviews (55 procent) en vrienden of familie (69 procent). Deze groep reist vaker naar Azië (21 procent) dan 30-plussers (11 procent) en kiest vaker voor het vliegtuig als vervoermiddel (62 procent tegenover 46 procent).