Tijdens de recente begrotingsbehandeling van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft de Tweede Kamer geprobeerd inzicht te krijgen in de keuzes achter de aangekondigde bezuinigingen van 250 miljoen euro op diverse subsidies. Deze bezuinigingen treffen onder andere het Trimbos Instituut, het Stagefonds voor de zorg, de zorg voor onverzekerden en de bouw van sportcomplexen. Kamerleden vroegen naar de onderbouwing en de gevolgen van deze maatregelen, maar de antwoorden van minister Agema en staatssecretaris Karremans bleven voor velen onbevredigend.
Mirjam Bikker van de ChristenUnie uitte haar zorgen over het schrappen van het Stagefonds, vooral gezien het tekort aan zorgpersoneel. Ze stelde dat "de zorg te springen zit om nieuwe werknemers" en vond het onlogisch om te bezuinigen op een fonds dat stages in de zorg ondersteunt. Minister Agema reageerde dat het knelpunt vooral ligt in de begeleiding van stagiairs en niet zozeer in de financiering van de stages. Echter, het besluit om het Stagefonds te schrappen is genomen zonder overleg met de sector, waardoor de kosten voor het opleiden en begeleiden van studenten bij zorgorganisaties blijven bestaan.
Tijdens het debat uitten verschillende Kamerleden hun teleurstelling over het gebrek aan duidelijke antwoorden en een bredere visie op de toekomst van de ouderenzorg. Harmen Krul van het CDA merkte op dat het debat niet op gang kwam, terwijl Wieke Paulusma van D66 aangaf dat "die grote plannen nog geheim voor ons allemaal" zijn. Zowel minister Agema als staatssecretaris Maeijer verwezen naar toekomstige plannen, zoals de doorontwikkeling van het Integraal Zorgakkoord en een mogelijk hoofdlijnenakkoord voor de ouderenzorg.
De vergrijzing en de daarmee gepaard gaande uitdagingen voor de ouderenzorg werden erkend door zowel Kamerleden als bewindspersonen. Er is consensus over de noodzaak om stappen te zetten om de krapte op de arbeidsmarkt en de toenemende zorgvraag aan te pakken. Belangrijke punten hierbij zijn het verlagen van administratieve lasten, het anders organiseren van de ouderenzorg en het bevorderen van vakmanschap en werkplezier. Echter, concrete plannen en antwoorden op hoe deze doelen bereikt moeten worden, bleven tijdens het debat uit.
Harry Bevers van de VVD vroeg naar de bezuinigingen op de langdurige zorg die vanaf 2026 gepland staan. Staatssecretaris Maeijer erkende dat "de tariefmaatregelen niet van tafel" zijn en benadrukte dat "hiervoor moeten we de ouderenzorg anders gaan organiseren." Het kabinet streeft naar een hoofdlijnenakkoord voor de ouderenzorg en verwacht de Kamer in het voorjaar van 2025 te kunnen informeren over de financiën voor 2026 en verder. De SP drong aan op meer duidelijkheid en diende een motie in om de aangekondigde bezuinigingen op de langdurige zorg niet alleen uit te stellen, maar volledig te schrappen.
Al met al bleef het debat steken in het benoemen van problemen zonder dat er concrete oplossingen of plannen werden gepresenteerd. De Tweede Kamer blijft in afwachting van een duidelijke toekomstvisie van het kabinet op de ouderenzorg en de bijbehorende financiële plannen.