De arbeidsparticipatie van ouderen in Nederland is de afgelopen decennia flink gestegen, maar deze groei lijkt de komende jaren af te vlakken. Dat blijkt uit de nieuwste prognoses van het Centraal Planbureau (CPB). De vergrijzing en een afnemende stijging van de arbeidsparticipatie onder vrouwen en ouderen zorgen ervoor dat de totale groei van de beroepsbevolking afneemt.
Sinds de jaren negentig hebben beleidsmaatregelen zoals de verhoging van de AOW-leeftijd en het beperken van vroegpensioenregelingen ertoe geleid dat ouderen langer doorwerken. De arbeidsparticipatie onder 65- tot 75-jarigen heeft hierdoor een gestage stijging laten zien. Toch verwacht het CPB dat deze trend de komende jaren afneemt. Dit komt onder meer doordat de effecten van eerder beleid grotendeels zijn uitgewerkt en het aandeel ouderen in de beroepsbevolking niet onbeperkt blijft toenemen.
De afvlakking van de arbeidsparticipatie heeft gevolgen voor de Nederlandse economie. Door de vergrijzing groeit de beroepsbevolking minder hard, wat kan leiden tot een lagere economische groei. Tegelijkertijd betekent een stabiel blijvende arbeidsparticipatie dat de druk op de arbeidsmarkt hoog blijft. In sectoren zoals de zorg en het onderwijs, waar de vraag naar personeel groot is, kan dit de tekorten verder vergroten.
Een ander aandachtspunt is de productiviteit van werkenden. Het CPB wijst erop dat technologie en automatisering een rol kunnen spelen bij het compenseren van een kleinere beroepsbevolking. Innovaties kunnen het mogelijk maken om met minder mensen toch een vergelijkbare economische productie te behouden. Daarnaast blijft scholing en omscholing belangrijk, vooral om oudere werknemers langer inzetbaar te houden.
De komende jaren zal blijken of beleidsmaatregelen deze trends kunnen beïnvloeden. Mogelijke opties zijn verdere stimulansen voor deeltijdwerk onder ouderen of fiscale prikkels om langer door te werken. Hoewel Nederland internationaal nog steeds een relatief hoge arbeidsparticipatie heeft, blijft de vraag hoe de economie zich aanpast aan de onvermijdelijke gevolgen van de vergrijzing.