Recent onderzoek van Natuurmonumenten laat zien dat het herkennen van plantensoorten onder jongeren sterk is afgenomen, terwijl ouderen vaak nog wél vertrouwd zijn met veelvoorkomende flora en fauna. Zo weet driekwart van de 55-plussers een margriet of korenbloem te benoemen, iets wat slechts een kwart van de jongeren onder de 35 jaar kan. Dit verschil in kennis is zorgwekkend, vooral in een tijd waarin biodiversiteit onder druk staat en de natuur onze steun hard nodig heeft.
Ouderen spelen een cruciale rol in het doorgeven van hun kennis over de natuur. Waar jongeren opgroeien in een steeds meer verstedelijkte omgeving, hebben ouderen vaak van dichtbij meegemaakt hoe de natuur in de afgelopen decennia is veranderd. Ze herinneren zich nog de velden vol bloemen en de insecten die nu grotendeels verdwenen zijn. Dit maakt hen niet alleen bewuste natuurliefhebbers, maar ook een waardevolle bron van informatie over biodiversiteit.
De afname van biodiversiteit is een belangrijk aandachtspunt, en ouderen zijn zich daar vaak beter van bewust. Waar jongeren minder tijd en moeite lijken te investeren in het behoud van de natuur, zijn ouderen vaker actief bezig met natuurbescherming, bijvoorbeeld door hun tuinen groener te maken of zich aan te sluiten bij natuurorganisaties zoals Natuurmonumenten. Hun praktische ervaring kan anderen inspireren om ook een steentje bij te dragen aan het herstel van de natuur.
Het is zorgwekkend dat de kloof tussen generaties groter wordt, zeker nu de natuur in Nederland onder druk staat door problemen als stikstofuitstoot en verdroging. Natuurmonumenten benadrukt dat de betrokkenheid van alle generaties noodzakelijk is om een natuurrijker Nederland te creëren. Initiatieven zoals het planten van inheemse soorten of het inzaaien van ‘laatbloeiers’ kunnen helpen om de biodiversiteit terug te brengen, en ouderen kunnen hier door hun ervaring een voorbeeld in zijn.
Daarnaast ziet Natuurmonumenten een belangrijke taak weggelegd voor ouderen om hun kennis en liefde voor de natuur door te geven aan jongere generaties. Ze kunnen bijvoorbeeld (klein)kinderen meenemen naar natuurgebieden of hen helpen met het opzetten van een bloementuin. Op die manier kunnen jongeren leren om de natuur te waarderen en herkennen, wat essentieel is voor de toekomst van biodiversiteit in Nederland.
Het onderzoek onderstreept de urgentie om meer natuureducatie te bieden en de verbinding met de natuur te herstellen. Door ouderen en jongeren samen te laten werken aan natuurherstel, kunnen we ervoor zorgen dat de natuur in Nederland een toekomst heeft, en dat ook de volgende generaties het belang van biodiversiteit begrijpen en ondersteunen.