In de afgelopen maanden is de financiële positie van pensioenfondsen iets verslechterd. De reden hiervoor is dat de kosten die pensioenfondsen in de toekomst moeten betalen harder zijn gestegen dan hun inkomsten uit beleggingen, zo schrijft De Nederlandsche Bank op haar website.
De waarde van de beleggingen van pensioenfondsen – dat is het geld dat ze in aandelen, obligaties en andere investeringen hebben zitten – is met 4,9% gestegen tot 1.662 miljard euro. Dit klinkt als een mooie groei, maar de kostenkant is nog meer gestegen. Door een verlaging van de rente moeten pensioenfondsen meer geld opzijzetten om hun toekomstige betalingen aan pensioengerechtigden te kunnen dekken. Daardoor zijn de totale verplichtingen, oftewel wat ze in de toekomst moeten uitkeren, gestegen met 5,7% naar 1.405 miljard euro.
De verhouding tussen wat pensioenfondsen bezitten en wat ze moeten betalen, wordt uitgedrukt in een percentage, de zogenaamde dekkingsgraad. Deze is nu uitgekomen op 118,3%, een lichte daling vergeleken met het vorige kwartaal. Als de dekkingsgraad boven de 100% blijft, is er genoeg geld om alle pensioenen te betalen, maar een daling kan betekenen dat er minder ruimte is voor verhogingen in de uitkeringen.
De gemiddelde dekkingsgraad over het hele jaar, de ‘beleidsdekkingsgraad’, is nu 117,7%, ook iets lager dan eerder. Pensioenfondsen blijven de situatie goed in de gaten houden om ervoor te zorgen dat ze op lange termijn aan hun verplichtingen kunnen voldoen.