Bedrijven die PFAS uitstoten zijn per direct verplicht om plannen te maken om de uitstoot ervan terug te schroeven. Dit gold voor een beperkt aantal PFAS-stoffen, en geldt nu voor alle meer dan 10.000 types.
Overheden konden tot nu toe bij ongeveer 100 PFAS-stoffen, die staan op de lijst van Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS), extra eisen stellen voor het beperken van de uitstoot. De belangrijkste eis is de ‘minimalisatieverplichting’.
Dat betekent dat bedrijven een actueel plan moeten hebben waarin ze laten zien hoe ze de uitstoot van deze stoffen in de toekomst gaan vermijden, of op z’n minst verminderen. De overheidsorganisatie die hen de milieuvergunning verleent controleert dit plan.
Nu geldt dit voor alle persistente PFAS-stoffen. Die stonden als groep op de lijst van potentieel Zeer Zorgwekkende Stoffen (pZZS), maar zijn nu opgenomen op de lijst voor prioritaire actie onder het OSPAR-verdrag inzake de bescherming van het maritieme milieu in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan. Daarmee is de hele PFAS-groep wettelijk als ZZS gekwalificeerd. Het RIVM is bezig om de ZZS-lijst te actualiseren.
De laatste jaren heeft Zuid-Holland de vergunningsruimte voor uitstoot van de fabriek Chemours in Dordrecht in stappen afgebouwd: de uitstoot van de PFAS-stof HFPO-DA is bijvoorbeeld gedaald van 6400 kg in 2013 naar 2 kg in 2022.
PFAS (per- en polyfluoralkylstoffen) zijn een groep van meer dan 10.000 chemische stoffen die producten water- en vetafstotend kunnen maken. Deze stoffen breken niet of nauwelijks af in ons lichaam en in de natuur. Bij een te hoge of langdurige blootstelling aan PFAS kunnen verschillende risico’s voor de gezondheid ontstaan.