Werknemers in de ouderen- en thuiszorgsector (vvt) worden geconfronteerd met grote uitdagingen als gevolg van een stroeve bedrijfsvoering en vastgelopen cao-onderhandelingen. Tijdens recente gesprekken over een nieuwe cao kwam naar voren dat werkgevers amper loonruimte zien. Het voorstel om werknemers zelfs loon te laten inleveren, met een berekende verlaging van 13 procent, leidde tot opschorting van de onderhandelingen. Dit is uitzonderlijk in een sector waar doorgaans consensus wordt gezocht. Dit schrijft Bert de Haas, bestuurder FNV Zorg & Welzijn op de website Skipr.
Werkgevers lijken medewerkers voornamelijk als kostenpost te zien. Dit beperkt de mogelijkheid om te investeren in betere arbeidsvoorwaarden, terwijl de sector kampt met een groeiend personeelstekort. Dit tekort dwingt veel zorgmedewerkers hun werk vaarwel te zeggen, vaak voor aantrekkelijkere mogelijkheden in andere sectoren. Hierdoor komt de zorg verder onder druk te staan.
Een ander struikelblok is de manier waarop kosten in de sector worden berekend. Zo worden extra kosten voor meerwerk aangemerkt als een zware last. Volgens een uitspraak van het Europese Hof van Justitie moeten extra uren dezelfde toeslagen ontvangen als reguliere overuren. Werkgevers stellen dat deze kosten ongeveer 7,5 procent van de totale loonsom bedragen, waardoor er nauwelijks ruimte overblijft voor een loonsverhoging. Wat hierbij onderbelicht blijft, is dat dit meerwerk vaak een gevolg is van structurele problemen binnen de organisatie, zoals te kleine contracten en inefficiënte dienstroosters.
De omvang van arbeidscontracten speelt een cruciale rol. Veel medewerkers in de vvt hebben een contract van hoogstens 28 uur per week, en in de huishoudelijke zorg ligt dit aantal zelfs nog lager. Hierdoor maken zij noodgedwongen veel extra uren om rond te kunnen komen. Tegelijkertijd zorgt de korte duur van diensten ervoor dat medewerkers vaker moeten opkomen, soms wel vijf tot zes dagen per week. Dit verhoogt niet alleen de werkdruk, maar drijft ook de extra kosten verder op.
Werkgevers zouden moeten investeren in een betere organisatie van het werk. Door contracturen te vergroten en diensten efficiënter in te plannen, kunnen kosten voor meerwerk worden teruggedrongen. Een effectievere aanpak verlaagt niet alleen de werkdruk, maar voorkomt ook uitval door ziekte. De financiële voordelen die dit oplevert, kunnen vervolgens worden ingezet om arbeidsvoorwaarden structureel te verbeteren.
De oplossing ligt bij werkgevers die verantwoordelijkheid nemen voor hun personeelsbeleid. Pas wanneer zij bereid zijn te investeren in fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden, kan er constructief worden onderhandeld over een nieuwe cao die recht doet aan de inzet van de medewerkers. De vraag blijft of de sector eindelijk de urgentie van deze veranderingen erkent.