Ter gelegenheid van de expositie ‘Stemmen van de razzia’, die op 9 november start in het Dokhuis in Rotterdam, wordt ook een geveltekst en een paneel aangebracht aan het pand van de oude RET-autobusgarage. Die deed namelijk in de oorlogsjaren dienst als verzamel- en vertrekplaats voor de Rotterdamse mannen die tijdens een razzia in de Tweede Wereldoorlog - op 10 en 11 november 1944 – naar Duitsland werden vervoerd om er te werken. Op die tweede dagen vertrokken 52.000 mannen vanaf verschillende plaatsen in Rotterdam voor deze Arbeitseinsatz. De autobusgarage aan de Sluisjesdijk was er één van.
Ter markering en herinnering van deze geschiedenis wordt deze geveltekst met fragmenten van de verhalen van twee van de gedeporteerden: Leendert Hordijk (destijds net 18) en Pieter van Zijl (nog net 40 tijdens de razzia) aan de stad Rotterdam aangeboden door Leenderts dochter en beeldend kunstenaar Fenneke Hordijk, samen met de RET directeur Linda Boot, Jan Willem Cleijpool van stichting Razzia Monument Rotterdam en dichter Amber Rahantoknam. Bart Oppenheimer ontwierp de geveltekst en het paneel.
Het programma komt tot stand mede in samenwerking met stichting Razzia Monument Rotterdam. Deze stichting organiseert dit jaar voor het eerst de officiële stedelijke kranslegging bij het vorig jaar door hen gerealiseerde Razzia Monument aan de Parkkade 1 te Rotterdam. Dat is op 11 november.
De Duitse bezetter gebruikte het bevel tot dwangarbeid (Arbeitseinsatz) om weerbare mannen tussen de 17 tot en met 40 jaar oud, uit de stad te verwijderen en verzet te voorkomen. De jongens en mannen worden, na een onmenselijk transport onder vaak erbarmelijke omstandigheden, als dwangarbeiders tewerkgesteld in Oost-Nederland en vooral in Duitsland. Zij moeten hun dierbaren in angst en onzekerheid achterlaten. De ontreddering in Rotterdam en Schiedam nam in het zicht van de beruchte hongerwinter extreme vormen aan.
Meer dan 500 mannen keren nooit terug. Zij komen om het leven door uitputting, ziekte, slechte verzorging, ongelukken en bombardementen. Van degenen die terugkeren, is een groot aantal getekend voor het leven. Over hun tijd als dwangarbeider is door veel van de teruggekeerde mannen zelden gesproken met hun gezinnen en vrienden. Bovendien is voor hun verhalen en ook die van de achterblijvers, na de bevrijding nauwelijks aandacht. Velen hadden het daar moeilijk mee, maar de wederopbouw ging voor. Dit terwijl de razzia tot in de huidige generatie nabestaanden en voor de stad van grote invloed is geweest.
Er zijn nog andere activiteiten in het kader van de herdenking. Op zondag 10 november staat de Luistervoorstelling ‘Door Oorlog Verscheurd’ van het Verhalenhuis Belvédère geprogrammeerd in het Dokhuis. Het programma sluit af op 1 december met een finissage van de expositie met poëzie en een lezing door Lotfi El Hamidi, historicus en chef opinieredactie van de NRC.