Om bouwwethouder Chantal Zeegers een handje te helpen bij het maken van een nieuwe huisvestingsverordening om beschikbaar komende sociale huurwoningen in Rotterdam en regiogemeenten eerlijker te verdelen heeft het Rigo een rapport geschreven, waarin - per abuis - wordt vermeld dat 44 procent van de Rotterdamse woningvoorraad uit sociale huurwoningen bestaat.
Van de 324.000 woningen in de stad zouden er volgens het Research Instituut Gebouwde Omgeving derhalve ruim 142.000 sociaal zijn, verhuurd door de elf in Rotterdam actieve woningcorporaties. Weliswaar bezitten die corporaties zo’n 142.000 woningen. Maar 24.000 daarvan hebben een huur boven de huurtoeslaggrens van 900 euro, prijspeil 2025. En behoren daardoor niet tot het sociale segment.
In werkelijkheid gaat het om – meest actuele stand per 1 januari 2023 - 118.366 sociale huurwoningen. Dat is geen 44 maar 36,5 procent.
Ondanks de omissie van het Rigo heeft Zeegers het in opdracht van het Samenwerkingsverband Wonen regio Rotterdam geschreven rapport 'Schaarste in Rotterdam' als bijlage bij haar voorstel voor de nieuwe verordening Woonruimtebemiddeling naar de gemeenteraad gestuurd.
Een van de conclusies van het Rigo is dat ‘er krapte is in de sociale huursector’ in Rotterdam. Maar als het onderzoeksinstituut was uitgegaan van het juiste - 24.000 woningen lagere - aantal sociale huurwoningen, dan zou die krapte uiteraard nog vele malen groter zijn geweest. Hoeveel het rapport ‘Schaarste in Rotterdam’ heeft gekost, is niet bekend.
Op 21 mei staat het voorstel voor een nieuwe huisvestingsverordening op de agenda van de gemeenteraadscommissie bouwen, wonen en buitenruimte. In juni moet het in de gemeenteraad aan de orde komen. Per 1 juli dient de verordening van kracht te zijn.
