Rotterdam herdacht tijdens de Internationale Dag van de Migrant de komst van de eerste gastarbeiders naar Nederland, zestig jaar geleden. De stad organiseerde meerdere herdenkingsmomenten en activiteiten. Bij het monument van de gastarbeider op het Afrikaanderplein legde wethouder Faouzi Achbar een krans, gevolgd door een minuut stilte. De ceremonie markeerde het moment waarop Nederland in 1964 een overeenkomst met Turkije tekende voor de werving van arbeidskrachten.
Deze gastarbeiders, die nu arbeidsmigranten worden genoemd, speelden een cruciale rol bij de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. Voor de komst van de Turkse arbeiders waren al Italiaanse en Spaanse arbeiders in Nederland actief. Later volgden ook werkkrachten uit Marokko. Wethouder Achbar, verantwoordelijk voor Welzijn, Samenleven, Sport en Digitale Inclusie, benadrukte het historische belang van de arbeidsmigranten. "Hun verhalen, die vaak dreigen verloren te gaan, vormen een belangrijk onderdeel van onze geschiedenis," zei hij tijdens de herdenking. "Met hun harde werk droegen zij bij aan de opbouw van onze stad en economie."
In het Nederlands Fotomuseum is de tentoonstelling 'Je moest eens weten' over de eerste generatie Turkse vrouwen die naar Nederland kwamen. De expositie is gratis toegankelijk voor bezoekers met een Rotterdampas. In Verhalenhuis Belvedère is een Marokkaanse Luistervolkskeuken gehouden waar moeders en dochters uit de eerste generatie Marokkaanse migratiefamilies hun ervaringen deelden. Ook deze bijeenkomst maakte deel uit van het programma waarmee Rotterdam stilstond bij de bijdrage van gastarbeiders aan de ontwikkeling van de stad.