Rotterdam wil geen verdere versnippering van scholen. Dat heeft onderwijswethouder Kasmi laten weten aan GroenLinks en de PvdA, die ervan op de hoogte zijn dat het ministerie van plan is om op den duur de “kleinescholentoeslag” om te zetten in een “dunbevolktheidstoeslag”. Een operatie waarbij het wel of niet open houden van kleine scholen opnieuw aan de noodzaak zal worden getoetst. Op voorhand laat Kasmi weten geen voorstander van nieuwe versnippering te zijn. Zijn uitgangspunt is ‘’robuust.’’
‘’Een versnipperd aanbod van scholen legt een nog groter beslag op de beperkt beschikbare ruimte en kan daarnaast ook leiden tot een niet efficiënte inzet van het onderwijspersoneel, en dat terwijl het tekort aan onderwijspersoneel in Rotterdam 16% bedraagt’’, aldus Kasmi.
Op basis van een eigen inventarisatie van de gemeente zijn er nu circa 35 scholen in Rotterdam die onder de zogenoemde ‘opheffingsnorm’ vallen: het minimumaantal leerlingen dat op een school aanwezig moet zijn. Voor Rotterdam is deze opheffingsnorm vastgesteld op 182 leerlingen. Een deel van de scholen onder de opheffingsnorm komt momenteel niet in aanmerking voor de kleinescholentoeslag, de toeslag is alleen beschikbaar voor scholen met minder dan 150 leerlingen). Een aantal van deze kleine scholen zijn essentieel voor het aanbod in dat gebied. Het gaat dan bijvoorbeeld om basisschool de Klaver in de wijk Heijplaat. Dit is de enige school in deze wijk en deze heeft daardoor een belangrijke functie ten aanzien van onderwijs nabij. Ook is er een vijftal kleine openbare basisscholen die behouden moeten blijven wegens de grondwettelijke verplichting van de gemeente om te voorzien in voldoende openbaar basisonderwijs.