De gemeente Rotterdam heeft een evaluatieonderzoek afgerond naar het bestuurlijk stelsel Wijk aan Zet dat in 2022 werd ingevoerd. Het onderzoek toont aan dat veel wijk- en dorpsraadsleden trots zijn op behaalde resultaten, zoals de realisatie van bewonersinitiatieven en jaaractieplannen. Bijna 75 procent van de acties uit de wijkakkoorden is inmiddels gerealiseerd.
Wethouder Robert Simons (Wijken en Bestuur) noemt de uitkomsten waardevol: "Het laat zien wat goed werkt, maar ook waar we nog verbeteringen kunnen aanbrengen." Hij benadrukt dat het stelsel nog relatief nieuw is en stapsgewijs vooruitgang boekt.
Uit het onderzoek blijkt echter ook dat een meerderheid van de wijk- en dorpsraden ontevreden is over hun impact op de gemeentelijke besluitvorming. Ze willen meer zeggenschap over stedelijke vraagstukken die hun wijk raken. Wethouder Simons tempert deze verwachtingen: "Grote veranderingen, zoals het toekennen van zeggenschap over stedelijke vraagstukken, zijn niet realistisch. Dit is een taak die bij de gemeenteraad ligt."
Wel ziet de wethouder mogelijkheden om participatieprocessen, ondersteuning en communicatie verder te verbeteren. Volgens hem heeft de gemeente de opdracht om helderder te maken wat het wijkraadslidmaatschap precies inhoudt.
De evaluatie richtte zich op ervaringen van wijkraden, het college, de gemeenteraad en betrokken ambtenaren. In toekomstige evaluaties worden ook bewoners en ketenpartners betrokken. De komende periode gaat de gemeente in gesprek met alle betrokkenen over de uitkomsten, onder andere tijdens de Wijkradenconferentie op 5 april in de Doelen.
Met Wijk aan Zet wil Rotterdam samen met bewoners, ondernemers en andere partners de wijken verbeteren. De gekozen wijk- en dorpsraden spelen hierin een belangrijke rol door doelen en acties op te stellen op basis van wijkbehoeften. In maart 2026 vinden nieuwe wijkraadverkiezingen plaats, gelijktijdig met de gemeenteraadsverkiezingen.