Het aantal meldingen over verkeersboetes is in 2024 met 11 procent gestegen ten opzichte van 2023, zo blijkt uit cijfers van juridisch dienstverlener DAS. De toename wordt toegeschreven aan drukker verkeer en vaker voorkomend gevaarlijk rijgedrag, zoals snelheidsovertredingen, rijden op een rijstrook met een rood kruis en niet-handsfree bellen. Tegelijkertijd groeit de onvrede over de hoogte van boetes, die door veel bestuurders als buitensporig wordt ervaren.
Bestuurders erkennen vaak dat ze een overtreding hebben begaan, maar vinden dat de opgelegde boetes niet in verhouding staan tot de ernst van hun overtreding. Vooral bij strafbeschikkingen, waarbij naast een boete ook een strafblad wordt toegekend, voelen mensen zich dubbel gestraft. Daarnaast speelt de lange verwerkingstijd van boetes een rol in de frustratie: in sommige gevallen ontvangen bestuurders pas maanden tot een jaar na de overtreding de boete.
Veelvoorkomende overtredingen, zoals te hard rijden, vasthouden van een telefoon en het door rood rijden, vallen onder de lichtere strafbare feiten volgens de Wet Mulder. Hierop staan geldboetes, maar geen strafblad. Ernstigere overtredingen, zoals rijden onder invloed of het verlaten van de plaats van een ongeval, worden behandeld als verkeersmisdrijven. Deze leiden vaak tot hogere straffen en een strafblad, wat invloed kan hebben op toekomstige juridische situaties, zoals de aanvraag van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG).
DAS wijst erop dat de frustratie over boetes niet alleen draait om de financiële lasten, maar ook om het gevoel van oneerlijkheid in de handhaving. Bestuurders hebben behoefte aan meer transparantie en een beter begrip van hoe boetebedragen worden vastgesteld.