Uit recent onderzoek van Motivaction, in opdracht van de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE), blijkt dat 71 procent van de Nederlanders voorstander is van een wet die stervenshulp mogelijk maakt voor ouderen die hun leven als voltooid ervaren. Dit onderzoek, gehouden ter gelegenheid van World Right To Die Day op 2 november, laat zien dat de steun voor zo’n wet is toegenomen: in 2017 was 64 procent van de bevolking voor, nu is dat 71 procent.
Onder mensen die iemand kennen met een doodswens door voltooid leven, ligt de steun nog hoger. Van hen is 80 procent voor een wet die stervenshulp regelt, terwijl dit onder mensen zonder die ervaring op 67 procent ligt. In totaal geeft 40 procent van de ondervraagden aan iemand te kennen die het leven als voltooid beschouwt en niet verder wil leven, een stijging ten opzichte van 34 procent in 2017.
Momenteel is stervenshulp alleen toegestaan bij ondraaglijk en uitzichtloos lijden door een medische aandoening, en mag alleen een arts deze hulp bieden. Redenen om stervenshulp ook bij voltooid leven mogelijk te maken, zijn onder meer het voorkomen van onnodig lijden, het recht om zelf te beschikken over het eigen lichaam en de wens om mensen niet gedwongen te laten doorleven. Tegenstanders vrezen dat stervenshulp voor ouderen buiten medische noodzaak om het risico met zich meebrengt dat dergelijke beslissingen te lichtzinnig worden genomen. Zij vinden dat het leven van ouderen verbeterd moet worden in plaats van beëindigd, of wijzen stervenshulp af op godsdienstige gronden.
Opvallend is dat de steun groeit voor het inschakelen van een levenseindebegeleider, niet zijnde een arts, voor stervenshulp. Waar in 2017 nog 28 procent het hiermee eens was, steunt in 2024 nu 38 procent van de respondenten deze optie.
Het onderzoek laat ook een samenhang zien tussen politieke voorkeur en steun voor een wet voltooid leven. Onder de kiezers van de huidige coalitiepartijen (PVV, VVD, NSC en BBB) vindt 77 procent dat zo’n wet er moet komen. Onder kiezers van andere partijen is dit percentage iets lager, met 72 procent. Ook over het recht om zelf te beslissen over het eigen levenseinde bestaan verschillen; 70 procent van de coalitiekiezers steunt deze keuzevrijheid, vergeleken met 65 procent van de kiezers op niet-coalitiepartijen.
Fransien van ter Beek, voorzitter van de NVVE, benadrukt dat de toenemende steun voor een vrijwillig levenseinde serieus genomen moet worden door de politiek. Ze pleit voor wetgeving die ook ouderen met een niet-medische doodswens de mogelijkheid biedt tot waardig sterven. Volgens haar worden mensen nu nog te vaak gedwongen een illegale weg in te slaan omdat de huidige euthanasiewet hen geen uitweg biedt. De NVVE, opgericht in 1973, zet zich al jaren in voor regie over het eigen levenseinde en blijft pleiten voor een bredere wettelijke erkenning van voltooid leven.