De provincie Zuid-Holland heeft teleurgesteld gereageerd op het kabinetsbesluit om de Delta Rhine Corridor (DRC) te beperken tot waterstof- en CO₂-leidingen. Hoewel deze leidingen een belangrijke stap vormen in de energietransitie, vindt Zuid-Holland dat het besluit kansen laat liggen om andere urgente kwesties tegelijk aan te pakken. De provincie wijst op gemiste mogelijkheden om de veiligheid langs het spoor te verbeteren, de industrie verder te verduurzamen en woningbouwprojecten te versnellen.
De Delta Rhine Corridor is bedoeld als ondergrondse verbinding van Rotterdam via Noord-Brabant naar Limburg en Duitsland. Het oorspronkelijke plan omvatte ook leidingen voor andere stoffen en elektriciteitskabels. Nu deze laatste buiten de scope vallen, moeten alternatieve routes worden gezocht. Dit leidt mogelijk tot meer overlast en vertragingen, omdat de grond opnieuw moet worden opengelegd voor toekomstige leidingen.
Zuid-Holland benadrukt dat buisleidingen cruciaal zijn om de veiligheid langs het spoor te verbeteren. Gedeputeerde Frederik Zevenbergen stelt dat het vervoer van gevaarlijke stoffen via het spoor al jarenlang het risicoplafond overschrijdt, vooral op trajecten door dichtbevolkte gebieden zoals de Drechtsteden, Breda en Eindhoven. De dreiging kan toenemen door extra woningbouw langs het spoor en het toekomstige vervoer van ammoniak als waterstofdrager. Volgens Zevenbergen zijn buisleidingen de beste oplossing om deze risico’s te verkleinen.
Gedeputeerde Arne Weverling onderstreept het belang van efficiënte verbindingen tussen industriegebieden in de energietransitie. Hij noemt het een gemiste kans dat de Delta Rhine Corridor verder wordt beperkt. De aanleg van leidingen voor waterstof en CO₂ is een positieve stap, maar een bredere aanpak is volgens hem noodzakelijk. De energietransitie vraagt om duidelijke besluiten en daadkracht om transportmogelijkheden voor andere stoffen en elektriciteit te vergroten. Dit is essentieel voor het verminderen van uitstoot en het versterken van de economie.
De provincie Zuid-Holland roept het kabinet op om het project breder te trekken. Minister Hermans geeft in haar brief aan dat alternatieve routes voor elektriciteitskabels worden onderzocht en dat toekomstige uitbreidingen van de corridor mogelijk blijven. Concrete toezeggingen ontbreken echter, wat volgens de provincie een gemiste kans is om langetermijnoplossingen te realiseren. Zuid-Holland blijft bereid om mee te denken over een integrale aanpak die recht doet aan de uitdagingen van de regio.