De Tweede Kamer is in actie gekomen na een oproep van de Koepel Gepensioneerden en haar partners in de Seniorencoalitie om te onderzoeken of pensioenen onder de nieuwe Pensioenwet wel voldoende koopkracht behouden. De Koepel Gepensioneerden stuurde een brief aan de woordvoerders pensioenen van de Kamer met de vraag om duidelijkheid over de mate waarin pensioenen, na invoering van de nieuwe regels, kunnen blijven meegroeien met de prijzen. De belangrijkste belofte van de nieuwe Pensioenwet was immers dat pensioenen meer koopkracht zouden bieden voor gepensioneerden.
Voorzitter John Kerstens van de Koepel Gepensioneerden benadrukte dat een goed pensioen op de pensioendatum belangrijk is, maar dat het minstens zo belangrijk is dat dit pensioen daarna in waarde blijft meegroeien met de inflatie. Zonder die groei dreigen pensioenen achter te lopen, waardoor gepensioneerden minder kunnen kopen en hun pensioen minder waard wordt. Kerstens illustreerde dit door te stellen dat je bij het begin van je pensioen misschien nog een goedgevuld winkelwagentje kunt kopen, maar dat je zonder inflatiecorrectie na tien jaar misschien alleen nog een mandje kunt vullen.
Uit de eerste transitieplannen die door vakbonden en werkgevers zijn gepresenteerd, blijkt echter dat inflatiebestendigheid niet altijd een prioriteit lijkt te zijn. Elk pensioenfonds moet aangeven hoe het de overstap naar het nieuwe stelsel maakt, hoe het pensioengeld wordt verdeeld en hoe de nieuwe regeling eruitziet. Maar in veel van deze plannen lijkt het bijhouden van de inflatie een bijzaak te worden, terwijl de nieuwe Pensioenwet juist beloofde dat pensioenen meer koopkracht zouden bieden. Volgens Kerstens moet er meer duidelijkheid komen over de vraag of deze belofte daadwerkelijk wordt nagekomen.
De oproep van de Koepel is niet ongehoord gebleven. Agnes Joseph, woordvoerder pensioenen namens NSC, vroeg minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Eddy van Hijum, om een schriftelijke reactie op het verzoek van de Koepel en de Seniorencoalitie. De minister moet deze reactie vóór 14 november naar de Tweede Kamer sturen, zodat de Kamerleden de brief kunnen bespreken tijdens het aankomende pensioendebat.
Kerstens ziet dit als een eerste, hoopvolle stap en verwacht dat de minister begrijpt dat er behoefte is aan meer duidelijkheid over de belofte van een koopkrachtiger pensioen. Mocht de minister geen toereikende uitleg geven, dan kunnen Kamerleden tijdens het debat op 14 november alsnog aandringen op een onderzoek. Dit kan, indien nodig, via een motie worden geëist.