Vakbonden kunnen veel meer betekenen voor werknemers dan alleen onderhandelen over cao's. Dat stelt Vakvereniging HZC in een nieuwe visie over de toekomst van vakbondswerk. De vereniging pleit voor een doorlopende dialoog tussen werkgevers en werknemers in plaats van jaarlijkse cao-onderhandelingen. Deze oproep sluit aan bij een recente analyse van macro-econoom Mathijs Bouwman in het Financieele Dagblad. Hij benadrukt dat Nederlandse werknemers en zzp'ers in 2025 een modernere vertegenwoordiging nodig hebben, waarbij niet wordt "teruggevochten naar vervlogen tijden."
Vakvereniging HZC experimenteert al met nieuwe samenwerkingsvormen in de bouw- en infrastructuursector. Zo werkt de vereniging samen met grote bedrijven als Heijmans en Boskalis aan veiligere en gezondere werkomstandigheden. Via 'HZC Praatcafés' krijgen werknemers de kans om hun praktijkervaringen te delen met beleidsmakers en leidinggevenden. De huidige aanpak van vakbonden leidt volgens HZC vaak tot polarisatie en stagnatie. De vereniging pleit voor een 'dialoogmodel' waarbij werkgevers en werknemers het hele jaar door samenwerken aan verbeteringen. Dit moet leiden tot een stabiel langetermijnbeleid waar zowel bedrijven als medewerkers op kunnen bouwen.
Het ledental van vakbonden is de afgelopen jaren sterk gedaald. Momenteel is nog maar 15 procent van de werknemers lid van een vakbond. HZC roept andere vakbonden op om samen te werken aan vernieuwing, zodat ze ook de overige 85 procent van de werknemers kunnen bereiken met een modern en relevant aanbod. De vereniging heeft haar visie vastgelegd in een document getiteld 'Het kan anders'. Hierin beschrijft HZC hoe vakbonden kunnen transformeren van traditionele onderhandelaars naar moderne partners die dagelijks bijdragen aan betere arbeidsomstandigheden en sectorbrede ontwikkelingen.