Over een maand, van 24 t/m 26 januari 2025, is het weer zover: tijd voor de jaarlijkse Nationale Tuinvogeltelling van Vogelbescherming Nederland! Dit jaar vindt de 22ste editie plaats. De telling is ondertussen een begrip: zo namen vorig jaar maar liefst 114.000 mensen deel door een half uurtje vogels te tellen in hun tuin of op het balkon. Sinds de start van de telling in 2003 heeft Vogelbescherming Nederland een steeds beter beeld gekregen van de vogelpopulaties in de winter rondom onze tuinen en balkons. Deze informatie is van groot belang voor de bescherming van vogels.
De Tuinvogeltelling levert waardevolle inzichten op over de vogelsoorten die het moeilijk hebben in de stad. Het blijkt dat de huismus nauwelijks meer in de Randstad te zien is, het aantal merels in tuinen afneemt en de spreeuw langzaam uit Nederland verdwijnt. Dit heeft onder andere te maken met het verdwijnen van groene heggen – deze maken vaak plaats voor houten schuttingen – en het vervangen van rommelhoekjes en inheemse struiken door tegels. Deze veranderingen zorgen ervoor dat vogels steeds minder plekken vinden voor voedsel en schuilplaatsen, wat hun overlevingskansen in de stad verkleint. Het aantal versteende buurten is de afgelopen vijf jaar met bijna 8% toegenomen.
Vogelbescherming helpt groenbeheerders en particulieren met het vogelvriendelijk inrichten van onze steden. Het herstel van natuur in de stad is niet alleen belangrijk voor vogels, maar ook voor onze eigen fysieke en mentale gezondheid.
De Nationale Tuinvogeltelling is het grootste burgeronderzoek van Nederland. Door de langdurige en jaarlijkse deelname verzamelt Vogelbescherming waardevolle gegevens over de vogeltellingen. Dankzij de enorme deelname kunnen we trends en ontwikkelingen ontdekken, zoals de afname van het aantal merels. Dat het slechter gaat met de merels, zien we ook terug in de telling: het aantal per tuin daalde van gemiddeld bijna 4 naar 2. Ook zijn de weersomstandigheden terug te zien in de telling. Hoe kouder, hoe meer spechten en roofvogels gezien worden.
Foto roodborst: Rob Kempers