Het monumentale Hereke tapijt van het Vredespaleis in Den Haag keert begin januari 2025 terug na een uitgebreide restauratie in Turkije. Het 114 jaar oude tapijt, dat met zijn 160 vierkante meter het grootste handgeweven Turkse tapijt buiten Turkije is, onderging bijna twee jaar lang een grondige opknapbeurt.
Het tapijt, dat in 1911 door het toenmalige Ottomaanse Rijk aan het Vredespaleis werd geschonken, bestaat uit meer dan 13,7 miljoen Turkse Gördes-knopen en weegt ongeveer 700 kilogram. Door intensief gebruik in de Japanse Zaal, waar regelmatig internationale conferenties en hoorzittingen plaatsvinden, was restauratie noodzakelijk geworden.
De restauratie, uitgevoerd door experts die eerder ook tapijten voor Buckingham Palace hebben gerestaureerd, begon in maart 2023. Het tapijt werd eerst in Nederland gereinigd en vervolgens naar de Turkse provincie Aksaray vervoerd. Daar werd het in 280 delen opgedeeld en digitaal in kaart gebracht. Uit onderzoek bleek dat het tapijt vijftien verschillende soorten schade had opgelopen, voornamelijk door meubelgebruik en beloop.
Voor het herstel werden speciale garens gebruikt die overeenkwamen met het originele materiaal. Deze werden met natuurlijke pigmenten geverfd volgens traditionele methoden. Het Turkish Energy Nuclear and Mineral Research Council (TENMAK) in Ankara voerde uitgebreide analyses uit om de exacte eigenschappen van de oorspronkelijke garens en kleuren te bepalen.
De officiële onthulling vindt plaats op 9 januari 2025 tijdens een ceremonie in het Vredespaleis. Hierbij zullen onder anderen de voorzitter van de Carnegie Stichting, de Turkse ambassadeur in Nederland en de plaatsvervangend minister van Cultuur en Toerisme van Turkije aanwezig zijn.
Het tapijt maakt deel uit van de internationale verzameling kunstwerken en bouwmaterialen die meer dan 40 landen hebben geschonken voor de bouw en inrichting van het Vredespaleis. Het gebouw, dat sinds 1913 in gebruik is, huisvest belangrijke internationale rechtsinstellingen zoals het Internationaal Gerechtshof van de Verenigde Naties en het Permanent Hof van Arbitrage.