In 2025 stijgt de waterschapsbelasting van Waterschap Rijn en IJssel met vier procent. Deze verhoging is noodzakelijk om te investeren in aanpassingen aan het watersysteem, zoals het versterken van dijken en verbeteren van beken en rivieren. Het waterschap wil hiermee beter voorbereid zijn op weersextremen zoals hevige regenbuien en droogte, veroorzaakt door klimaatverandering. Daarnaast worden stappen gezet om de waterkwaliteit te verbeteren en te voldoen aan de wettelijke eisen van de Europese KaderRichtlijn Water voor 2027.
Ondanks de stijging probeert het waterschap de lasten voor inwoners en bedrijven zo beperkt mogelijk te houden. Het algemeen bestuur heeft besloten niet alle kosten volledig door te berekenen in de tarieven. Floor Wissing, heemraad Financiën, benadrukt dat het waterschap scherp op de begroting let: “We varen scherp aan de wind, maar doen wat nodig is.” Het waterschap heeft tevens te maken met onzekere energie- en grondstoffenprijzen en een krappe arbeidsmarkt, wat extra druk legt op de financiën.
De verhoging betekent in de praktijk dat een alleenstaande in een huurhuis in 2025 €154,62 per jaar betaalt, een stijging van €5,95. Voor een gezin in een huurhuis stijgt de jaarlijkse bijdrage naar €290,66, een toename van €11,19. Voor een alleenstaande met een koophuis met een WOZ-waarde van €370.000 bedraagt de jaarlijkse belasting €289,67, €11,13 meer dan dit jaar. Een gezin met een vergelijkbaar koophuis betaalt €425,71, wat neerkomt op €16,37 meer.
Deze tarieven, samen met de begroting voor 2025, zijn vastgesteld tijdens de vergadering van 5 november 2024. De verhoging is bedoeld om noodzakelijke investeringen mogelijk te maken en tegelijkertijd de financiële druk voor inwoners, bedrijven en agrariërs te beperken. Het waterschap benadrukt dat de investeringen bijdragen aan een veilig en duurzaam watersysteem voor iedereen.