Uit onderzoek van het CBS blijkt dat de kans dat een woning vrijkomt vooral afhangt van de leeftijd van de bewoners. Woningen met bewoners tussen de 45 en 80 jaar komen minder vaak beschikbaar dan gemiddeld. Daarentegen komen woningen met bewoners jonger dan 40 jaar en ouder dan 80 jaar juist vaker vrij. Het onderzoek richtte zich op verhuisgedrag in Nederland in de jaren 2021 en 2022.
Gemiddeld kwam 11 procent van de woningen in deze periode vrij voor nieuwe bewoners. Koopwoningen hebben een lagere vrijkomkans (7 procent) dan huurwoningen zonder (12 procent) of met huurtoeslag (17 procent). Bij jongere bewoners tot 35 jaar heeft woningbezit een sterk remmend effect op de vrijkomkans. Bij bewoners van 65 jaar of ouder spelen juist gezondheid en levensfase een grotere rol.
De financiële situatie van bewoners beïnvloedt de kans dat een woning vrijkomt. Huishoudens met een inkomen in de laagste 10 procent of een vermogen in de laagste 5 procent hebben een hogere kans dat hun woning vrijkomt. Woningen met een WOZ-waarde lager dan 150 duizend euro komen eveneens vaker beschikbaar. Daarentegen hebben bewoners met een langdurig verblijf op hetzelfde adres minder de neiging om te verhuizen. Dit effect wordt sterker naarmate de woonduur langer is, met een keerpunt na ongeveer twintig jaar. Bij jongere bewoners is dat omslagpunt al na dertien jaar.
Leeftijd blijkt de belangrijkste factor voor het vrijmaken van woningen. Jongere bewoners zijn gemiddeld sneller geneigd om te verhuizen, terwijl oudere bewoners langer op hun plek blijven. Andere factoren, zoals de buurt, mobiliteit of werkkring, spelen een relatief kleinere rol. Het type woning beïnvloedt vooral jongere bewoners; zij verhuizen vaker uit meergezinswoningen. Bij ouderen heeft het type woning minder impact.
De bevindingen benadrukken dat demografische en financiële omstandigheden een cruciale rol spelen in de doorstroming op de woningmarkt. Woningen met een laag inkomen of vermogen en een korte woonduur komen vaker vrij, terwijl langdurige bewoning en hogere leeftijden de vrijkomkans beperken. Deze inzichten bieden waardevolle informatie voor beleidsmakers die doorstroming op de woningmarkt willen stimuleren en krapte willen aanpakken.