De provincie Zuid-Holland trekt 3,8 miljoen euro extra uit voor agrarisch natuurbeheer. Dit bedrag komt bovenop het eerder vastgestelde budget van 61,2 miljoen euro voor de periode 2023-2028. De extra investering is bedoeld om bedreigde vogelsoorten zoals de grutto, kievit en tureluur beter te beschermen.
Zes collectieven van boeren in Zuid-Holland gaan met het geld aan de slag om het leefgebied van de vogels te verbeteren. Een van deze groepen, het Collectief Zuid-Hollandse eilanden, richt zich vooral op het zogenaamde mozaïekbeheer. Dit betekent dat stukken land afwisselend worden onderhouden en natter worden gemaakt. Op de eilanden Goeree-Overflakkee, Voorne-Putten en Dordrecht komen er meer kruidenrijke akkerranden en speciale vogelakkers.
Ook Collectief de Groene Klaver breidt zijn activiteiten uit. Zij maken bepaalde gebieden extra drassig in het broedseizoen, wat ideaal is voor weidevogels. In deze natte gebieden kunnen de vogels makkelijker wormen en andere bodemdieren vinden. Daarnaast komen er meer kruidenrijke graslanden waar vogels rustig kunnen broeden en hun kuikens insecten kunnen zoeken.
De provincie besteedt het extra geld aan vier verschillende gebieden: open grasland, open akkerland, dooradering en agrarisch waterbeheer. Dit betekent in de praktijk dat boeren later maaien om nesten te beschermen, heggen en hagen aanleggen, en sloten op een natuurvriendelijke manier onderhouden. Bij dit laatste worden watergangen niet in één keer helemaal schoongemaakt, maar in delen, zodat waterdieren kunnen overleven.
Volgens gedeputeerde Berend Potjer helpt deze investering zowel de boeren als de natuur. Het aantal boeren dat meedoet aan het natuurbeheer blijft groeien. Het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur komt in het voorjaar met nieuwe plannen om het programma verder uit te breiden.