In de Provinciale Staten van Zuid-Holland is 5 maart 2025 discussie ontstaan over het indienen van een motie van afkeuring tegen minister van Landbouw Wiersma. Statenlid Ellen Verkoelen benadrukte tijdens de vergadering de ernst van de situatie rondom het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) en de rol die de minister hierin speelt. Volgens haar is de handelswijze van de minister een voortdurende bron van frustratie en onzekerheid voor de provincie.
Tijdens haar betoog maakte Verkoelen duidelijk dat zij grote moeite heeft met de koers die de minister vaart. Volgens haar heeft Wiersma, gedreven door opportunisme en wensdenken, de stekker getrokken uit een zorgvuldig opgebouwd plan. Dat gebeurde volgens Verkoelen zonder oog voor de jarenlange inspanningen van betrokkenen of voor de urgente noodzaak om de samenhang tussen natuur, landbouw, water en energie aan te pakken. De stikstofproblematiek en de impact op de provincie worden volgens haar steeds vooruitgeschoven, terwijl de praktijk om actie vraagt.
De aankondiging van de motie van afkeuring leidde direct tot kritische vragen vanuit de voorzitter en enkele Statenleden. Zij vroegen zich af of het wel gepast is om in de Staten een motie in te dienen tegen een minister die zelf niet aanwezig is en zich niet kan verdedigen. Statenlid Özkaya sprak zijn waardering uit voor delen van Verkoelens betoog, maar vroeg haar nadrukkelijk om af te zien van de motie. Hij waarschuwde dat het indienen ervan afbreuk zou kunnen doen aan de kracht van het instrument en pleitte ervoor om het debat op een andere manier te voeren.
Verkoelen was het daar niet mee eens. Ze onderstreepte dat de Statenleden een controlerende taak hebben en dat een motie van afkeuring daar bij hoort. Volgens haar is het geen persoonlijke aanval op de minister, maar een duidelijk signaal richting het kabinet over de manier waarop de minister handelt. Ze benadrukte dat het uitblijven van structurele oplossingen, het steeds opschuiven van deadlines en de keuze voor rekenkundige modellen die pas maanden later duidelijkheid bieden, de provincie Zuid-Holland in grote onzekerheid laat. Die werkwijze vindt zij onacceptabel. Volgens haar is het ergste van alles dat de bestaanszekerheid van het beroep ‘boer’ daardoor constant op de tocht staat.
De discussie kreeg een luchtige ondertoon toen Statenlid Merks zich afvroeg of Verkoelen zichzelf beschikbaar zou stellen als minister van Landbouw. Met haar kenmerkende directheid reageerde Verkoelen dat zij heel goed weet waar haar kwaliteiten liggen en dat zij het, gezien het huidige optreden van de minister, naar eigen zeggen beter zou kunnen. De motie van afkeuring kreeg geen steun in de Staten. Verkoelen gaf aan dat het onderwerp in ieder geval besproken is tijdens deze vergadering.