Geduld. Een deugd, zeggen ze. Maar laten we eerlijk zijn: dat geldt niet voor Rotterdammers. In Rotterdam wordt niet gewacht, in Rotterdam wordt gehandeld. We hebben geen tijd voor oeverloos gezanik, ellenlange wachtrijen of treuzelende voetgangers op de Lijnbaan. En toch… wordt van ons steeds vaker verwacht dat we onze innerlijke zen-meester omarmen.
Neem nou de stoplichten. Ooit ontworpen om het verkeer soepel te laten doorstromen, maar tegenwoordig eerder een test van mentale weerbaarheid. Daar sta je dan, op de kruising van de Westblaak en de Schiedamsedijk, terwijl het licht langer op rood blijft dan Feyenoord zonder kampioenschap. Achter je hoor je al iemand diep zuchten, voor je steekt een fietser toch maar door rood, en naast je begint een scooterrijder alvast gas te geven alsof hij op pole position staat voor de Grand Prix van Zuid. Geduld? Echt niet.
Of denk aan de supermarkt. Rotterdam heeft zo’n beetje elke keten in overvloed, van de luxe Marqt-winkels voor de hippe Blijdorpers tot de Lidl in Charlois waar een parkeerplek vinden moeilijker is dan een betaalbare woning. En toch, ongeacht de winkel, beland je altijd in de rij waar de caissière net de code van de sperziebonen niet kan vinden. "Even geduld, meneer." Alsof dat een optie is. Achter je begint iemand ongeduldig met zijn sleutels te rammelen. Voor je telt een oudere dame haar munten één voor één af, met de precisie van een klokkenmaker. En jij? Jij denkt aan alles behalve kalm blijven.
Dan heb je nog de NS. Als er één plek is waar het begrip "geduld" niet thuishoort, dan is het wel op station Rotterdam Centraal. De trein naar Dordrecht heeft "enkele minuten vertraging", wat in NS-taal betekent dat je net zo goed een hotel kunt boeken. De omroepstem blijft kalm, maar op het perron giert de collectieve frustratie door de lucht. Mensen beginnen alvast hun excuses te bedenken voor hun baas, terwijl de machinist waarschijnlijk nog ergens een tweede bakkie pleur haalt.
Zelfs in de horeca wordt ons geduld op de proef gesteld. Bestel in Rotterdam maar eens een simpele bak koffie. Vroeger kreeg je een snelle bakkie pleur met een speculaasje erbij. Tegenwoordig krijg je een kwartier later een "flat white" met havermelk, zorgvuldig ingeschonken door een barista die je naam verkeerd spelt. Terwijl jij je afvraagt of je koffie of een kunstwerk hebt besteld, zegt de serveerster met een glimlach: "Even geduld."
En toch, ondanks alles, houden we van deze stad. Van het tempo, van de directheid, van het feit dat we niet wachten op verandering, maar het gewoon regelen. Geduld? Dat is voor andere steden. In Rotterdam hebben we geen tijd om te wachten. We doen.
Maar goed, als iemand nog weet waar ze snel een kop koffie serveren zonder wachttijd, laat het me vooral weten.