In Rotterdam zijn we dol op snel schakelen. Als het aan ons ligt, krijgt zelfs een spoedklus haast. Wachten op een formele vergunningsaanvraag, uitgebreid overleg met een projectgroep of – God verhoede – een commissievergadering op dinsdag over twee weken? Dat doen we dus niet aan. Nee joh, in deze stad is het motto: "doen we wel effe", gevolgd door een kordate tik op de schouder.
Een mooi voorbeeld zag ik laatst op de West-Kruiskade. Een verkeerslicht was kapot. Geen bord, geen lint, geen hesjesman van de gemeente. Wat gebeurde er? Een buurtbewoner trok zijn veiligheidshesje uit de auto, regelde het verkeer alsof hij was geboren tussen fluit en file. Toen de politie arriveerde, kreeg hij een duim omhoog in plaats van een boete. "Dat scheelt ons weer een bon," zei de agent grijnzend.
Of neem de bewoners van Charlois die de gemeente te traag vonden met het opknappen van een speelpleintje. Wat deden ze? Ze bestelden zelf schommels, likten wat verf op de klimrekken, en legden kunstgras dat ze via Marktplaats van een hockeyclub in Schiedam hadden overgenomen. Kinderen blij, buurt blij, gemeente in lichte paniek: "Maar dit stond niet in het uitvoeringsplan 2024!" Nee, dat klopt. Het stond in het uitvoeringsplan van gezond verstand.
Ook mooi: de onderneemster op Zuid die na drie vergeefse aanvragen voor een terrasvergunning gewoon zelf een paar stoelen buiten zette. "Als ik moet wachten tot het stadhuis klaar is met nadenken, ben ik failliet." Inmiddels zit het terras dagelijks vol en zijn de stoelen door de gemeente stilzwijgend ‘gedoogd’. Rotterdamse logica: als het werkt, dan werkt het.
Maar laten we niet te hard zijn voor de bureaucratie. Die hebben we immers ook nodig – voor de vorm. Zodat we iets hebben om later op terug te kijken als we ons afvragen waarom we het allemaal maar gewoon zelf deden.
Dus ja, in Rotterdam houden we van doorpakken. Geen tijd voor papieren rompslomp als de boel moet draaien. Moet er een brug open, een flat ontruimd, of een haringkar herplaatst? Dan bellen we geen loket, maar onze neef Henk, eventueel met zijn aanhanger.
Want zo doen wij dat in 010. Geen geneuzel, niet wachten op de maanstand of een besluit van de 'centrale raad van tegels en straatmeubilair'. Gewoon gáán.
Rotterdam, waar zelfs de bureaucratie overuren maakt om de Rotterdammert bij te benen.