Ah, Rotterdam – stad van bruggen, wolkenkrabbers en nu blijkbaar ook van het ontleden van zebrapaden. De nieuwste discussie in ons trotse havenstadje draait om de vraag: hoeveel zebrapaden op fietspaden zijn genoeg? Nou, volgens verkeerswethouder Pascal Lansink-Bastemeijer is het antwoord simpel: weinig. Heel weinig.
We krijgen ze alleen rondom het Centraal Station en op de Coolsingel. Waarom? Omdat fietsers, die moderne cowboys van de stad, niet remmen. Want ja, stel je voor dat je die kostbare trapenergie verspilt aan een voetganger. Het klinkt bijna als een slechte grap, maar het is wetenschappelijk onderbouwd! We hebben namelijk een batterij aan onderzoeken die dat allemaal bewijzen. Of nou ja, die bewijzen dat we meer onderzoek nodig hebben.
CROW, een organisatie die blijkbaar niets anders doet dan piekeren over zebrapaden, kwam in 2023 met een rapport waarin stond: “We weten niet genoeg over zebrapaden op fietspaden.” Dus stelden ze voor om nóg meer onderzoek te doen. Want waarom een probleem oplossen als je er eindeloos over kunt nadenken? En de SWOV – een club met een naam die klinkt als een geheime dienst – voegde daaraan toe: “We hebben nog nooit écht gekeken naar die zebrapaden, maar misschien helpt het als je er drempels bij gooit.” Brilliant.
En zo blijven voetgangers en fietsers in een soort verkeersjungle hangen, afhankelijk van “oogcontact en hoffelijkheid.” Hoffelijkheid? In Rotterdam? Laat me niet lachen. Als je in deze stad oversteekt, doe je dat met het lef van een matador en de snelheid van een sprinter. Je kijkt een fietser in de ogen, ziet die dodelijke blik van “ik stop niet” en bidt dat je het haalt.
Ondertussen blijft de rest van de stad zonder zebrapaden zitten, want “er zijn genoeg hiaten in het verkeer om over te steken.” Met andere woorden: wacht gewoon tot er een gat valt en ren. Misschien moeten we er een nieuw toeristisch spel van maken: “Zebra Survivor: Rotterdam Edition.” Trek je sportschoenen aan, wacht op je kans en probeer de overkant te halen zonder omver gereden te worden door een Deliveroo-bezorger op een e-bike.
Neem nou Henk, geboren en getogen in Crooswijk, die ik laatst sprak terwijl hij met een broodje bal op de Coolsingel stond. "Zebrapaden? Man, ik steek gewoon over wanneer ik wil. Laat die fietsers maar stoppen! Als ze me raken, heb ik minimaal een goed verhaal voor in de kroeg," zei hij met een brede grijns. "En als ze niet stoppen, zet ik m’n broodje bal in als projectiel. Weet je wat het is? In Rotterdam gaat alles toch al recht door zee, dus dat gezeik over zebrapaden slaat nergens op." Tja, typisch Henk – geen onderzoek nodig, gewoon daadkracht.
Maar goed, laten we positief blijven. Misschien dat die twee oversteekplekken op de Coolsingel en bij Centraal een soort verkeersveiligheids-Mekka worden, waar fietsers en voetgangers in harmonie samenkomen. Of misschien blijven we gewoon lekker Rotterdams: een beetje schelden, een beetje mopperen en vooral keihard doorfietsen (en -lopen). Zonder te remmen, uiteraard.
Lansink-Bastemeijer, bedankt voor je besluit. We kunnen er maar beter aan wennen: in Rotterdam zijn zebrapaden geen strepen op de grond, maar dromen in de lucht.