Hij was het soort man dat je niet over het hoofd kon zien. Breed van stuk, vaak met opgestroopte mouwen, en altijd klaar om ‘de boel op scherp te zetten’. In de jaren tachtig kende men in Rotterdam en wijde omstreken één stem die boven alle andere uit dreunde als het ging om ambtenarenrechten, sociale strijd en rechtvaardigheid: die van Jaap van de Scheur. Zijn achternaam was niet alleen symbolisch voor zijn compromisloze stijl, maar ook voor zijn rol als scheurende kracht in het sociaal conflict. Als Jaap zijn scheur open deed, werd er geluisterd – met instemming of met ingehouden ergernis.
Van de Scheur werd in 1926 geboren in Heerlen, groeide op in de Haagse Schilderswijk, en vond in Rotterdam zijn werkterrein. Niet als bestuurder vanachter een bureau, maar als vakbondsman in het hart van de stad, tussen ambtenaren, vuilnismannen, RET-medewerkers en brandweerlieden. Vanaf eind jaren vijftig werkte hij voor de ABVA, later de AbvaKabo, en streed hij vanuit de Rotterdamse kantoren aan de Mathenesserlaan en de Heemraadssingel voor betere arbeidsvoorwaarden bij de gemeente en de nutsbedrijven.
De landelijke bekendheid kwam in 1983, tijdens een wekenlange staking van overheidspersoneel tegen het bezuinigingsbeleid van het kabinet-Lubbers. Terwijl de vuilnis zich ophoopte op straat en overheidsdiensten platlagen, was Van de Scheur het gezicht van een vakbond die weigerde te wijken voor dreigende loonmatiging. In de media noemde men hem ‘harde onderhandelaar’ en ‘militant vakbondsleider’. Hijzelf sprak liever van sociale rechtvaardigheid – een woord dat hij niet als politiek vaagtaal gebruikte, maar als praktische inzet voor gewone mensen.
Maar het bleef niet bij vakbondswerk. Begin jaren negentig verruilde Van de Scheur de onderhandelingstafel voor de raadszaal. Hij werd gemeenteraadslid voor de Partij van de Arbeid in Rotterdam, maar raakte steeds meer vervreemd van het partijbeleid. In 1993 stapte hij uit de PvdA en richtte zijn eigen partij op: Solidair ’93, met de belofte om terug te keren naar “echte linkse politiek” en oog voor de mensen die volgens hem te vaak werden vergeten door bestuur en beleid. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1994 haalde zijn partij één zetel – voor Van de Scheur zelf. Tot 1998 bleef hij actief als raadslid.
Naast zijn politieke werk was hij ook actief als voorzitter van een huurdersvereniging in Hoek van Holland. Ook daar bracht hij zijn directe stijl en sociale betrokkenheid in stelling voor mensen die zich niet gehoord voelden.
In 2002 overleed Van de Scheur, 76 jaar oud, in Rotterdam. Zijn stem verstomde, maar zijn nalatenschap klinkt door in de stad. Niet als standbeeld of straatnaam, maar in verhalen van ambtenaren die hun rechten verdedigden, van raadsleden die leerden wat het betekent om zonder omwegen te spreken, en van inwoners die zich gehoord wisten door iemand die zijn scheur open durfde te doen – en daarmee deuren opende.