De geschiedenis van het vrouwenvoetbal in Rotterdam is al ruim een eeuw oud, al verdween deze soms net zo snel als ze opkwam. De eerste vermeldingen gaan terug tot 1921, toen een groep vrouwen elkaar via advertenties vond en een club oprichtte. Ze trainden op het veld van Sparta in Spangen, op zondagochtenden vroeg, vermoedelijk om op zo min mogelijk weerstand te stuiten. De media waren sceptisch; voetbal werd gezien als terrein van mannen, en vrouwelijke spelers zouden ‘nergens verstand van hebben’. Toch werd al snel duidelijk dat het deze vrouwen niet ging om provocatie, maar om sport.

Roba en Chelcea schudden elkaar op 21 oktober 1934 de hand voor aanvang van de eerste vrouwenvoetbalwedstrijd in Rotterdam. Foto uit het publieke domein via het Nationaal Archief / Spaarnestad Photo
Lang bleef het initiatief niet overeind. Er is niets bekend van wedstrijden en volgens een sporthistorisch overzicht bleef het bij enkele trainingsavonden. In 1922 verscheen opnieuw een advertentie waarin leden werden gezocht voor een vrouwenvoetbalvereniging in Rotterdam, maar veel verder dan pogingen kwam het niet. De samenleving was er nog niet klaar voor.

Een nieuwe poging volgde in 1934 met de oprichting van Roba, wat stond voor Rotterdamsche Baanbreeksters. Deze club was gevestigd in Overschie, toen nog een zelfstandige gemeente. Roba speelde op 21 oktober van dat jaar de eerste officiële vrouwenvoetbalwedstrijd in Rotterdam, tegen Chelcea uit Den Haag. De omstandigheden waren gelijk aan die van een herenwedstrijd, met officiële spelregels, twee keer drie kwartier speeltijd en een volledig veld. Het was een serieuze poging om vrouwenvoetbal een vaste plek te geven.
Roba speelde meerdere wedstrijden, ook tegen teams uit Amsterdam zoals The Franklin Girls. In december 1934 vonden zelfs duels plaats tussen beide steden met twee elftallen per ploeg. Op 27 januari 1935 volgde een volgende mijlpaal: de eerste vrouwenwedstrijd op de linker Maasoever, waar Roba met 4-0 won van stadsgenoot VION.
Het enthousiasme werd echter niet gedeeld door de lokale autoriteiten. Op 5 mei 1935 verscheen de burgemeester van Overschie, Jan Baumann, persoonlijk op het veld. Tijdens een wedstrijd tussen Roba en Chelcea eiste hij het staken van het duel. Er zou geen vergunning zijn verleend, terwijl er wel entree werd geheven. De resterende minuten mochten worden uitgespeeld, maar de volgende wedstrijd werd verboden. Enkele weken later schaarde de gemeenteraad zich achter dit verbod.
Na dit incident bleef Roba nog even actief op velden buiten Overschie, maar het einde was onafwendbaar. In mei 1935 verscheen de laatste foto van het elftal. Een maand later verdween ook Roba uit de berichtgeving. Daarmee kwam opnieuw een einde aan het vrouwenvoetbal in Rotterdam.
De speelsters, onder wie Dikkie van Wijngaarden, Roosje Maliepaard en Cora Lindroos, waren voorlopers in een tijd die hun aanwezigheid op het veld nauwelijks verdroeg. Hun namen herinneren aan een periode waarin vrouwenvoetbal iets was om te verbieden, niet te vieren.
Een artikel van Jurryt van de Vooren op de website sportgeschiedenis.nl
Roba en Chelcea op 19 mei 1935, de laatste afbeelding die van de Rotterdamse vrouwenploeg werd gemaakt. Foto via Dikkie van Wijngaarden