Een woning vinden is lastig, zeker als single. Geen wonder dat jongvolwassenen huurders in Nederland (tussen de 18 – 34 jaar) creatief worden. Uit data van het verhuurplatform HousingAnywhere blijkt dat 1 op de 5 weleens heeft gelogen – of bereid zou zijn te liegen – over een romantische relatie met een huisgenoot om zo meer kans te maken op de huurmarkt.
“Achter deze tactiek schuilt een reactie op de hoge concurrentie”, legt Benedikt Kallen, Regional Head of Sales & Supply bij HousingAnywhere, uit. “Deze huurders zoeken mogelijk naar manieren om stabiliteit en betrouwbaarheid te tonen, zodat ze een voordeel hebben in de ogen van verhuurders, die soms de voorkeur geven aan stellen boven huisgenoten.”
Wat opvalt is dat 21 procent van de jongvolwassen huurders in Nederland zich voordoet – of zou doen – als stel, terwijl slechts 12 procent daadwerkelijk samenwoont met een romantische partner. Daarmee ligt het aantal nep-stellen in Nederland hoger dan het Europese gemiddelde van 14 procent.
“Het is geen verrassing dat dit fenomeen vaker voorkomt in landen waar het woningaanbod beperkt is, omdat huurders hiermee proberen op te vallen binnen de grote groep geïnteresseerden voor elke advertentie. De scheve verhouding tussen vraag en aanbod is in Nederland groter dan in België of sommige delen van Duitsland”, aldus Kallen.
Wie doen zich voor als stel?
In Nederland zijn het vooral jonge huurders in hun twintigerjaren die dit trucje toepassen. De meeste nep-stellen bevinden zich in de leeftijdscategorie 25-29 jaar (26%) en 21-24 jaar (24%). Onder de dertigers is de neiging lager: van de 30- tot 34-jarigen geeft 14 procent toe deze tactiek te gebruiken, of te overwegen, om een huurwoning te bemachtigen.
“Andere tactieken kunnen ook overwogen worden, vooral om de hoge concurrentie te vermijden”, legt Kallen uit. “Huurders die hun zoektocht uitbreiden naar alternatieve steden profiteren van een lagere vraag en een lagere prijs per vierkante meter, waardoor ze meer ruimte krijgen voor minder geld. Dit geldt ook voor het zoeken in wijken buiten het stadscentrum. Het is echter wel essentieel dat deze locaties goed verbonden zijn met werk- en studieplekken, evenals winkel- en uitgaansgebieden.”
Ondanks de ‘stelletjes-strategie’ blijft alleen wonen de grote wens. Zes op de tien respondenten in Nederland die nu een woning delen, zouden het liefst hun eigen plek hebben. Dat is boven het Europese gemiddelde van 52 procent. Toch is solo wonen vaak geen kwestie van willen, maar van kunnen. Het gaat niet alleen om de hoge prijzen, ook het beperkte aanbod maakt dat alleen wonen voor velen een droom blijft.
Hoe wonen jongere huurders in Europa nu écht? Het beeld loopt flink uiteen. Bijna de helft (48%) deelt een woning met huisgenoten. Nederland ligt met 44 procent iets onder het Europese gemiddelde. Ondanks de hoge prijzen en het beperkte woningaanbod huurt ook zo’n één op de vijf alleen (21% in Europa versus 19% in Nederland).
Opvallend veel jongvolwassen huurders in Nederland kiezen nog even voor ‘hotel mama’: bijna één op de vijf (19%) woont bij hun ouders of verzorgers tijdens de zoektocht naar een huurwoning, tegenover 16 procent in Europa. En de échte liefde? Die speelt een bescheiden rol: slechts een kleine minderheid woont samen met een romantische partner (12% in Nederland en 10% in Europa).
